Uitstekend column van Pepijn Keppel in Trouw dit weekend;
Badminton? Dat vinden we totaal onbelangrijk
Hoe we ons geld besteden, zegt alles over wie we zijn. Overwinteren in Kaapstad of op Fuerteventura, koemelk of havermelk, een groter budget voor asiel of onderwijs. Iedere euro definieert op een bepaalde manier wat we belangrijk vinden, ook als je minder te besteden hebt. In de spiegel van ons uitgavenpatroon zien we altijd een karikatuur van onszelf.
Even met de billen bloot. De afgelopen dagen gaf ik geld uit aan de fietsenmaker, de bakker op de hoek, de kunstuitleen, de NS, de bakker op de hoek, mijn stamkroeg, een arbeidsongeschiktheidsverzekering, nog een keer die bakker, een boekhandel, de Dirk, de sportschool.
Uit dat uitgavenpatroon ontstaat al snel het beeld dat ik van brood houd, maar ook regelmatig beweeg, lees, kunst op afbetaling in huis heb, en graag verzekerd aan mijn toetsenbord zit. Tegelijkertijd zie je niet dat ik een keer brood kocht voor iemand anders, nauwelijks die sportschool bezoek, ik de trein verafschuw. Kortom: een karikatuur, en toch veelzeggend.
Leeggeroofd spaarvarken
Dat geldt ook voor onze nationale sportkoepel NOC-NSF, die vlak voor het weekend zijn huishoudboekje voor de komende jaren publiceerde. Er viel 44 miljoen euro te verdelen, las ik in deze krant. De badmintonbond raakte het hele budget kwijt (3,5 ton), net als kanoslalom. Andere sporten waarvan het spaarvarken tot op zekere hoogte werd leeggeroofd: judo, para-zwemmen, tennis, BMX, waterpolo voor mannen, voetbal voor vrouwen. De sporten die het breder zullen krijgen: hockey, handbal, roeien, atletiek.
Tja, wat moeten we daarvan maken? Badminton: schijnbaar totaal onbelangrijk. Para-zwemmen: ons niet gezien. Voetbal voor vrouwen: kunnen inmiddels toch wel hun eigen broek ophouden? Of moeten we, zoals NOC-NSF wil, ons vooral richten op de medaillekansen? De sportkoepel wil graag bij de beste tien sportlanden blijven horen, zoals momenteel het geval is. Investeren in wat al goed gaat. Logisch, toch?
Stel je NOC-NSF voor als de meester van een schoolklas, de leerlingen als de sportbonden. Ilias haalt altijd tienen, Joost scoort daarentegen gemiddeld. Geven we Joost of Ilias bijles om te zorgen dat de school uiteindelijk over het gemiddelde een hoger resultaat behaalt? Niet Ilias, want die scoorde al een tien. Joost kan wel een steuntje in de rug gebruiken.
Aan zijn lot overgelaten
Maar bij NOC-NSF werkt de redenatie precies andersom. We willen niet dat Ilias opeens een negen haalt. En wie zegt dat Joost het potentieel heeft om ineens een zeven te scoren? Misschien heeft Joost wel gewoon minder talent? Dus krijgt Ilias bijles om ook de komende jaren hoge ogen te gooien, terwijl Joost aan zijn lot wordt overgelaten. Gevolg: het gemiddelde zal nooit stijgen.
Natuurlijk, het is een karikatuur. Niet het hele verhaal, toch sprekend. Prestaties worden in Nederland beloond: de rijken worden rijker, de armen armer. Terwijl je je kunt afvragen of de hockeyers niet al voldoende geld te besteden hadden (met het lagere budget wonnen we immers ook olympisch goud). Maar zo werkt het niet. Dus bereid u maar alvast voor: we worden nooit meer olympisch badmintonkampioen. En als dat zonder bijles plots toch gebeurt, dan kopen we diamanten shuttles – en vinden dat vervolgens meer dan verdiend.