Deathprod
Well-known member
Verslag KNVB vergadering
In de huidige opzet van de eerste divisie, kan niet door een onbeperkt aantal clubs tot deze divisie worden toegetreden. Daarom zal ook moeten worden bezien wat de consequentie voor de toetredersregeling zal (kunnen) zijn indien (in de huidige opzet) het maximum aantal clubs tot de eerste divisie is toegetreden. De invoering van de door de werkgroep bedoelde toetredersregeling vergt dan ook gedegen onderzoek en nadere uitwerking. Volgens de werkgroep lijkt het desalniettemin mogelijk besluitvorming hierover te laten plaatsvinden in (uiterlijk) het voorjaar van 2023. De werkgroep adviseert voorts de (werking van de) toetredersregeling continu te monitoren en elke vijf jaar grondig te evalueren en dienaangaande te rapporteren aan de bondsvergadering.
Het bondsbestuur stelt voor de adviezen van de werkgroep over te nemen en de werkgroep te verzoeken (uiterlijk) voor de voorjaarsvergadering 2023 ter besluitvorming een toetredingsregeling uit te werken. In een toelichting hierop, meldt de bondsvoorzitter dat het bondsbestuur doorstromingsmogelijkheden tussen de eerste en twee divisie belangrijk vindt vanwege het sportieve aspect. Bovendien brengt een gesloten competitie juridische risico’s met zich.
Henk Bolhaar (bondsafgevaardigde amateurvoetbal) heeft schriftelijk gevraagd of voor degradatie uit de eerste divisie een compensatieregeling is overwogen. Vanwege de financiële gevolgen voor een degradant raadt de werkgroep degradatie af. Hij heeft aangegeven dat een compensatieregeling een oplossing zou kunnen zijn, die vanuit het oogpunt van solidariteit zou kunnen worden gefinancierd via de begroting betaald voetbal en/of tv-gelden.
In antwoord op zijn vraag is aangegeven dat dit niet is gebeurd mede omdat het de vraag oproept wie verantwoordelijk is voor de betaling van zo’n regeling. Hij vindt het antwoord marginaal, mede gelet op de suggesties die hij daarvoor heeft gedaan. Verschillende landen kennen een compensatieregeling. De KNVB zou onderzoek daarnaar kunnen doen. Het is belangrijk dit spoor verder uit te werken omdat de toetredingsregeling zal kunnen leiden tot een onbeheersbare competitie in de eerste divisie. Om dit te voorkomen dient een maximaal aantal deelnemers te worden vastgesteld. Op het moment dat het maximum is bereikt, komt automatisch een promotie-/degradatieregeling om te hoek kijken. Hij vraagt de werkgroep dit bij de uitwerking mee te nemen en daarbij ook nadrukkelijk te kijken naar de sportieve kant. Promotie en degradatie horen bij de sport.
Günther Peeters (bondsafgevaardigde betaald voetbal) belicht de schaduwkant van degradatie van het betaald voetbal naar het amateurvoetbal zoals hij heeft ervaren in de Belgische competitie in de klasse 1B (tweede niveau betaald voetbal). Deze divisie bestond indertijd uit acht ploegen met een promotiemogelijkheid naar 1A en een degradatiemogelijkheid naar het amateurvoetbal. De druk om degradatie af te wenden en promotie te bewerkstelligen leidde tot overmatige uitgaven door alle clubs. De financiële wedloop die in deze divisie plaatsvond, staat in schril contrast met de stabielere omstandigheden in de Nederlandse eerste divisie, waar degradatie niet speelt. De acht 1B-clubs zijn uiteindelijk allemaal overgenomen door een buitenlandse eigenaar omdat het met eigen geld niet meer kon worden volbracht.
Wouter Gudde (bondsafgevaardigde betaald voetbal) sluit zich aan bij de woorden van Henk Bolhaar. Het investeren en financiële risico’s nemen geldt in principe voor elke club die kampioen wil worden, aan degradatie wil ontsnappen of de middenmoot wil halen. Daarnaast heeft niet alleen degradatie uit de eerste divisie grote financiële gevolgen. Dit geldt ook voor degradatie uit de eredivisie. Het voorliggend voorstel (geen degradatie / wel toetredingsregeling) is een typische Nederlandse polderoplossing. Het houdt iedereen tevreden. Hijzelf is voorstander van wel of geen promotie- en degradatieregeling, maar niet van een halve maatregel zoals nu voorligt. Vanwege het sportieve argument ligt zijn voorkeur bij het invoeren van een promotie- en degradatieregeling tussen de eerste en tweede divisie.
De bondsvoorzitter herkent de gemaakte opmerkingen en constateert dat het goed is de werkgroep verder aan het werk te laten gaan en tot een afgewogen voorstel te laten komen. Daarbij kunnen de gemaakte opmerkingen nog eens worden meegenomen.
Desgevraagd wordt bevestigd dat voor de jong-teams die deelnemen aan de eerste divisie niet de toetredingsregeling zal gelden. De huidige promotie- en degradatieregeling voor deze teams zal worden gecontinueerd.
De bondsvergadering stemt vervolgens in met het advies van het bondsbestuur.
In de huidige opzet van de eerste divisie, kan niet door een onbeperkt aantal clubs tot deze divisie worden toegetreden. Daarom zal ook moeten worden bezien wat de consequentie voor de toetredersregeling zal (kunnen) zijn indien (in de huidige opzet) het maximum aantal clubs tot de eerste divisie is toegetreden. De invoering van de door de werkgroep bedoelde toetredersregeling vergt dan ook gedegen onderzoek en nadere uitwerking. Volgens de werkgroep lijkt het desalniettemin mogelijk besluitvorming hierover te laten plaatsvinden in (uiterlijk) het voorjaar van 2023. De werkgroep adviseert voorts de (werking van de) toetredersregeling continu te monitoren en elke vijf jaar grondig te evalueren en dienaangaande te rapporteren aan de bondsvergadering.
Het bondsbestuur stelt voor de adviezen van de werkgroep over te nemen en de werkgroep te verzoeken (uiterlijk) voor de voorjaarsvergadering 2023 ter besluitvorming een toetredingsregeling uit te werken. In een toelichting hierop, meldt de bondsvoorzitter dat het bondsbestuur doorstromingsmogelijkheden tussen de eerste en twee divisie belangrijk vindt vanwege het sportieve aspect. Bovendien brengt een gesloten competitie juridische risico’s met zich.
Henk Bolhaar (bondsafgevaardigde amateurvoetbal) heeft schriftelijk gevraagd of voor degradatie uit de eerste divisie een compensatieregeling is overwogen. Vanwege de financiële gevolgen voor een degradant raadt de werkgroep degradatie af. Hij heeft aangegeven dat een compensatieregeling een oplossing zou kunnen zijn, die vanuit het oogpunt van solidariteit zou kunnen worden gefinancierd via de begroting betaald voetbal en/of tv-gelden.
In antwoord op zijn vraag is aangegeven dat dit niet is gebeurd mede omdat het de vraag oproept wie verantwoordelijk is voor de betaling van zo’n regeling. Hij vindt het antwoord marginaal, mede gelet op de suggesties die hij daarvoor heeft gedaan. Verschillende landen kennen een compensatieregeling. De KNVB zou onderzoek daarnaar kunnen doen. Het is belangrijk dit spoor verder uit te werken omdat de toetredingsregeling zal kunnen leiden tot een onbeheersbare competitie in de eerste divisie. Om dit te voorkomen dient een maximaal aantal deelnemers te worden vastgesteld. Op het moment dat het maximum is bereikt, komt automatisch een promotie-/degradatieregeling om te hoek kijken. Hij vraagt de werkgroep dit bij de uitwerking mee te nemen en daarbij ook nadrukkelijk te kijken naar de sportieve kant. Promotie en degradatie horen bij de sport.
Günther Peeters (bondsafgevaardigde betaald voetbal) belicht de schaduwkant van degradatie van het betaald voetbal naar het amateurvoetbal zoals hij heeft ervaren in de Belgische competitie in de klasse 1B (tweede niveau betaald voetbal). Deze divisie bestond indertijd uit acht ploegen met een promotiemogelijkheid naar 1A en een degradatiemogelijkheid naar het amateurvoetbal. De druk om degradatie af te wenden en promotie te bewerkstelligen leidde tot overmatige uitgaven door alle clubs. De financiële wedloop die in deze divisie plaatsvond, staat in schril contrast met de stabielere omstandigheden in de Nederlandse eerste divisie, waar degradatie niet speelt. De acht 1B-clubs zijn uiteindelijk allemaal overgenomen door een buitenlandse eigenaar omdat het met eigen geld niet meer kon worden volbracht.
Wouter Gudde (bondsafgevaardigde betaald voetbal) sluit zich aan bij de woorden van Henk Bolhaar. Het investeren en financiële risico’s nemen geldt in principe voor elke club die kampioen wil worden, aan degradatie wil ontsnappen of de middenmoot wil halen. Daarnaast heeft niet alleen degradatie uit de eerste divisie grote financiële gevolgen. Dit geldt ook voor degradatie uit de eredivisie. Het voorliggend voorstel (geen degradatie / wel toetredingsregeling) is een typische Nederlandse polderoplossing. Het houdt iedereen tevreden. Hijzelf is voorstander van wel of geen promotie- en degradatieregeling, maar niet van een halve maatregel zoals nu voorligt. Vanwege het sportieve argument ligt zijn voorkeur bij het invoeren van een promotie- en degradatieregeling tussen de eerste en tweede divisie.
De bondsvoorzitter herkent de gemaakte opmerkingen en constateert dat het goed is de werkgroep verder aan het werk te laten gaan en tot een afgewogen voorstel te laten komen. Daarbij kunnen de gemaakte opmerkingen nog eens worden meegenomen.
Desgevraagd wordt bevestigd dat voor de jong-teams die deelnemen aan de eerste divisie niet de toetredingsregeling zal gelden. De huidige promotie- en degradatieregeling voor deze teams zal worden gecontinueerd.
De bondsvergadering stemt vervolgens in met het advies van het bondsbestuur.
Laatst bewerkt: