REACTIES VAN BETROKKENEN:
DE TRAINER
Ton du Chatinier (AFC)
‘Het komt op mij over als een zoethoudertje’, reageert voormalig FC Utrecht-trainer Ton du Chatinier, nu coach van AFC. ‘Terug naar de tekentafel, tja. Tekenen doe je bij de McDonald’s en als je dan je kleurplaat inlevert, krijg je spikkeltjes op je ijsje.’
Du Chatinier chargeert graag en lardeert zijn antwoorden met groot gemak met de nodige humor. Maar het lachen vergaat hem momenteel. ‘Ze moeten met een oplossing komen. Alle beloften moeten eruit. Als het nu ??n club is of het zijn een paar clubs die er bezwaar tegen maken, maar het gaat echt om alle clubs. Ze houden zich doof voor de klachten. Ik hoop echt dat ze aan die tekentafel gaan zitten om dingen op te lossen. Je komt nu weer in een ambtenarenmolen terecht. Ik verwacht er eerlijk gezegd weinig van. Ik geloof het pas als ik resultaten zie. Je voelt je als amateurclub momenteel als een bezoeker van De Efteling. Je koopt een kaartje en mag overal in, maar je hebt geen idee hoe misselijk je eruit komt. Ik vond de reactie eerlijk gezegd ook wat lauw na de vergadering. Nu moet je doorpakken, de knuppel in het hoenderhok gooien. Nu gebeurt er weer twee jaar niets waarschijnlijk.’
Hoewel Du Chatinier met AFC in de Tweede Divisie alleen het beloftenelftal van Sparta treft, laat hij zich ook uit over de indeling met vijf beloftenploegen in de Derde Divisie Zaterdag. ‘Die clubs zitten nu opgezadeld met vijf van die ploegen. Zo’n Quick Boys, en zo kan ik nog wel een paar clubs noemen, kan nog zo’n goede ploeg hebben, maar kampioen gaan ze echt niet worden. Ik heb het zelf gezien dit seizoen, Twente-uit voor anderhalve man en een paardenkop. Dat wil je niet. De nu genoemde maatregel om tegen beloftenelftallen alleen maar thuis te spelen is gekunsteld. Dat is schipperen, clubs zoet houden.’
Du Chatinier is onlangs met vier collega-trainers (Hans Kraay junior, John de Wolf, Dick Schreuder en Danny Buijs) op audi?ntie geweest bij directeur Van der Zee. ‘Om zaken aan te dragen voor een betere competitie. Wij hebben allemaal wel een en ander meegemaakt en hebben oplossingen aangedragen. Niet eens zozeer over de beloften, meer over de competitie-opzet. Met Jong AZ in de Tweede Divisie was het natuurlijk drama voor de rest. We speelden om niks. Een systeem met periodes en play-offs kan een oplossing zijn.’ Du Chatinier had niet de indruk dat de revolutionaire plannen op veel bijval konden rekenen. ‘De KNVB blijft een logge organisatie, het kan allemaal sneller. Ons plan kun je zo invoeren, heb je een paar weken voor nodig.’
DE SPELER
Mels van Driel (ASWH)
Mels van Driel is speler van ASWH, dat uitkomt in de Derde Divisie Zaterdag. Ooit speelde hij in de beloften van Feyenoord, was hij prof bij Excelsior, Fortuna Sittard en RBC Roosendaal en nu dus amateur in Hendrik-Ido-Ambacht. Van Driel opent met een onder amateurs niet geliefd statement. ‘Voor profclubs is het echt een uitkomst. Spelers op die leeftijd hebben weerstand nodig om zich te ontwikkelen. Ik had in mijn beloftentijd graag deze mogelijkheid gehad. Je ziet ook dat het werkt voor ze. Wij speelden aan het begin van het seizoen Jong Volendam omver en in de tweede ontmoeting zag je dat ze zo gegroeid waren.’ Van Driel was ooit belofte bij Feyenoord. ‘Als speler van een Jong-elftal gaan je ouders niet altijd meer mee, er kwam nauwelijks iemand af op zo’n wedstrijd als je niet tegen Ajax speelde. Maar het was ook zo dat je als belofte plaats moest maken voor een selectiespeler. Ik was linksback, maar had wel te maken met Ramon van Haaren die bijna altijd geblesseerd was. Als hij terugkwam, speelde ik niet. Daar waren beloftenploegen voor. Ik heb het daar weleens met Ramon over gehad. “Sorry, man”, zei hij dan als-ie weer mee kon doen.’ Beloften tegen amateurs als voordeel voor de aankomende profs, Van Driel kan het alleen maar onderschrijven. ‘Ik ben er honderd procent zeker van dat het ze helpt. Fysiek, mentaal, dat willen we toch graag als we het over de toekomst van ons voetbal hebben? Ikzelf vind het alleen maar mooi als ik tegenover een prof sta, maar ik snap dat clubs daar moeite mee hebben. De ene week die speler, de andere week een ander, ik snap dat clubs dat kunnen zien als competitievervalsing. Zeker als je als amateurclub ambities naar boven hebt. Nu praat ik als amateur, h?. Voor de beker tegen Ajax of AZ is schitterend, maar met alle respect: op een koude zaterdagmiddag bij Almere City of Volendam is gewoon niet leuk. Als amateurclub wil je regioderby’s spelen of tegen de topamateurclubs op mooie complexen. Beloftenelftallen hebben niets met het amateurvoetbal te maken. Voor ons is dit niveau het hoogst haalbare, beloften willen hogerop. Er zijn tegenstrijdige belangen. Er wordt onderling zeker over gesproken. Wij hebben spelers die zes of zeven dagen in de week werken naast het voetbal. En dan moet je op zaterdag naar Jong Groningen. Heb je trouwens ook als je zaterdag en zondag mixt. Die lange afstanden, daar zit niemand op te wachten. Het gaat amateurclubs om mensen uit de regio te trekken, sponsors te binden en een mooie kantine-omzet te hebben. Dat moet de KNVB gaan inzien.’
Van Driel komt tot een conclusie. ‘Iets ultiems bestaat niet’, denkt hij. ‘Iedereen heeft eigen belangen. Waarom moet er vanuit de Jupiler League gedegradeerd worden? Ik ben met Fortuna twee keer laatste geworden, ik vond het uitstekend dat er geen straf was. Maar ik snap het sportief gezien. Alleen als je dan als Fortuna Sittard moet degraderen, terwijl Jong AZ en Jong Utrecht in de Jupiler League spelen... Het is de doodsteek voor een club die eruit vliegt.’