Column van Akyol over Bergkamp als voorzitter. Kan me er grotendeels in vinden, zeker de conclusie...
____
Toen Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66) haar afscheidsbrief op internet lanceerde, ontstond er zowaar op sociale media verbroedering tussen allerlei mensen die anders hele dagen ruzie met elkaar maken. Ik heb zelden meegemaakt dat een vertrek met zoveel hoongelach en blijdschap werd ontvangen.
Daar zit natuurlijk veel meer achter. Het is geen persoonlijke afrekening.
Vanaf het moment dat bekend werd dat VVD en D66 samen vorm aan een nieuwe coalitie moesten geven, was het duidelijk dat de posten onderling verdeeld zouden worden. Dat was nogal cynisch: er was juist een nieuwe bestuurscultuur aangekondigd. In de praktijk hebben we daar niets van gemerkt. Die loze kreten werden vaak ook verpersoonlijkt door onbekwame of sluwe politici, die het vertrouwen in het dagelijks bestuur tot een dieptepunt hebben gebracht, zoals uit meerder onderzoeken is gebleken.
Het probleem van Vera Bergkamp was overzichtelijk, ze bedoelde het vast allemaal goed, maar ze heeft simpelweg geen talent om als autoriteit over het parlement te waken. Te vaak moest ze worden teruggefloten door Kamerleden, als ze bijvoorbeeld iemand zonder obstructie alle ruimte gaf om complotten de wereld in te slingeren. Er zijn te veel beelden op YouTube van ervaren politici die tijdens een debat aan haar moesten uitleggen wat de spelregels zijn.
Ze was niet helemaal een vreemde eend in de bijt. Zoals een paar andere Kamerleden had ze weleens ingevallen voor de voorzitter, daar was ze een tijdje ook voor aangesteld. Het is alleen wat anders dan een uithangbord zijn voor de hele Tweede Kamer. Die ambitie had ze overigens wel. Ik las haar dankwoord nog eens terug na haar aanstelling. Daar staan grote woorden in. Er is niets van terechtgekomen.
Het hoofdstuk Vera Bergkamp als Kamervoorzitter is akelig en veelzeggend. Ze zal vermoedelijk de geschiedenisboeken ingaan als de slechtste voorzitter ooit, samen met Anouchka van Miltenburg (VVD), die regelmatig een soort kortsluiting in haar hoofd had, omdat ze het ook niet meer wist.
Wat beide personen gemeen hebben, is dat ze nooit het ambt toebedeeld hadden moeten krijgen. Ik hoop dat het een les is voor nieuwe generatie politici: het is beter om iemand aan te wijzen op basis van talent en niet omdat die persoon toevallig van een partij is
________