Atreides
Well-known member
Ik volg het Eerste Kamerdebat over het voorstel tot grondwetswijziging in eerste lezing mbt het invoeren van een correctief referendum.
De discussie gaat vooral over de uitslagendrempel die aan de wet wordt gekoppeld (50% van de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen). Het lijkt een struikelblok te kunnen worden voor dit voorstel.
Ik ben voorstander van die drempel. Het is een hele hoge drempel, daar hebben ze zeker gelijk in. Maar het is ruwweg dezelfde drempel als die voor het in eerste instantie aannemen van het wetsvoorstellen in de Tweede Kamer gelden, 76 zetels dus ~50%. Het voordeel van deze uitslagendrempel is dat deze het draagvlak van de Tweede Kamer meeneemt. Als je kijkt naar de verkiezing van 2017, dan zou de uitslagendrempel ongeveer 40,8% zijn, dat is hoger dan de 33 1/3% in het oorspronkelijke advies. Maar in theorie kan dit voorstel ook leiden tot een lagere kiesdrempel, nl. als de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen lager dan 66 2/3% is. Dat is, tot nu toe, nog nooit gebeurd.
Ik heb meer moeite met het deel in het voorstel waar het parlement met een twee/derde meerderheid de uitslag van het referendum alsnog aan de kant kan schuiven. Als zoveel mensen zich tegen een wetsvoorstel uitspreken, dan moet je het niet doorgaan drukken. Daar heeft nog niemand het over gehad. Het parlement zou juist de mogelijkheid moeten hebben om het voorstel te heroverwegen als de uitslagendrempel niet is gehaald maar er wel een meerderheid van de opgekomen kiezers zich tegen het voorstel hebben uitgesproken. Maar wellicht kan dat laatste via een gewone wet geregeld worden.
Zo'n correctief referendum lijkt me intrinsiek gewoon een slechte zaak.
Het is een ja/nee antwoord terwijl de werkelijkheid oneindig meer complex is. Ook zie je vaak bij dit soort referenda dat sommige mensen enorm gemotiveerd zijn en de rest van de mensen eigenlijk wel voor is, maar niet gemotiveerd is om apart te stemmen.