Vlissingen is blij dat ze nog bestaan, waren een paar jaar terug op sterven na dood. Dat vertelden de voorzitter en een bestuurslid mij in elk geval nog toen ze twee weken terug bij IFC voetbalden. Die denken helemaal niet aan een mogelijke rentree bij de profs. Ze zijn al blij als ze lekker mee kunnen draaien in de hoofdklasse, zonder veel problemen. Volgens hem is het voor de clubs uit de grotere Zeeuwse plaatsen momenteel zelfs moeilijker om het hoofd boven water te houden dan voor de kleinere dorpsclubs, waar meer saamhorigheid en verenigingsleven is.
Overigens hoeven ze voor Hoek niet bang te zijn. Die club trekt geen talenten weg van andere teams, want daar zit geen jeugd. Hoogstens dat ze er een paar halen voor het eerste, maar Hoek fixeert zich grotendeels op Belgi?. Veel sponsors zitten daar ook niet echt volgens mij.
Als buitenstaander vermoed ik trouwens ook dat Achilles '29 veel te snel 'groot' heeft willen worden. Waarom moesten ze bijvoorbeeld zo nodig met de beloften starten en instromen in de derde divisie? Je zou denken dat ze beter geleidelijk hadden kunnen groeien.
Zeeland staat natuurlijk niet bekend als echte voetbalprovincie. De JVOZ doet daar wel goed werk door jeugdvoetbal op een hoger niveau te brengen maar bij de amateurs is het niveau vrij beroerd. Hoek en Vlissingen als Hoofdklassers en MZC '11 (Zierikzee), Goes en Kloetinge als 1e klassers. Zelfs met het betrekkelijk lage inwonertal van Zeeland is dat heel erg karig.
De situatie van Vlissingen en het oude sentiment daar ken ik. Zij stroomden natuurlijk ook net in op het moment dat de interesse in het clubvoetbal in Nederland haast op een dieptepunt was.
Echter, puur statistisch gezien zou ik Zeeland wel kunnen zien als een plek waar iets op te bouwen is. Dat zou geleidelijk moeten gaan en niet zoals eerder bij VCV en nu bij Achilles '29 teveel in 1 keer willen. Het plafond ligt dan misschien in de top van de 2e Divisie of onderin de 1e Divisie maar er zou meer mogelijk moeten kunnen zijn dan nu.
Het grote voordeel in Zeeland is dat er in de steden ook erg weinig clubs zijn. In steden als Hilversum, Amersfoort, Delft en Leiden is het amateurvoetbal veel te gespreid over verschillende verenigingen