Ik bereid Egyptische studenten voor op het inburgeringsexamen, af te nemen op de ambassade in Cairo. Niet elke student haalt les 27 uit het studieboek omdat óf tussentijds de liefde is verdampt óf omdat met stroboscopische frequentie overgeschakeld wordt op een andere taal om andere ‘love of their lives’ te imponeren.
Les 27 is het hoogtepunt van de cursus als het Sinterklaasfeest aan bod komt. Ik raak elke keer in vervoering als ik er met gedoseerd gevoel voor theatraal drama over mag verhalen, ja bijna voordragen. Het emotioneert telkens weer. Studenten hangen aan je lippen. Ze vinden Sinterklaas een prachtig ritueel. Sinterklaas kent als immaterieel cultuur erfgoed in Nederland haar weerga niet, in weerwil van de Provo-beweging uit de sixties, Koninginnedag, de Elfstedentocht en het Nederlands Elftal. Elke keer besef je hoe bepalend en vormend het fenomeen Sinterklaas is geweest tijdens je jeugd.. Elke keer voel je het hoogverraad als verklapt werd dat de goedheiligman fictie is.
Met terugwerkende kracht stijgt het onlustgevoel dat de grote kindervriend en Zwarte Piet ‘persona non grata’ is geworden. Er wordt karaktermoord gepleegd op een onschuldige metafoor. Het zijn verwarrende tijden als je met terugwerkende kracht racistische en discriminerende sentimenten wordt aangepraat.
Het stemt tot weemoed dat bij een herdruk van het cursusboek van afbeeldingen van Zwarte Piet vermoedelijk afscheid genomen moet worden.
Het voelt aan als een beeldenstorm en boekverbranding. Inburgering nieuwe stijl.