Niels is net weer thuis, na door de politie te zijn gehoord, nog stevig onder de indruk van wat hij heeft gezien. ,,Het gebeurde in het tramstel achter mij. Er was ineens commotie. De tram kwam stil te staan in een bocht dus ik kon goed zien wat er in het tramstel achter mij gebeurde. De deur van de tram werd geforceerd en er werden ramen ingeslagen. In ons tramstel was verwarring maar bleef het redelijk kalm.”
,,Er was op dat moment zeker al geschoten in dat tramstel achter mij. Je hoorde van die plop-plop-plop-geluiden, alsof er een geluiddemper op zat. Daarna zag ik mensen naar buiten rennen, echt voor hun leven. Ik had het gevoel dat hij zich speciaal op een iemand richtte want ik zag een vrouw naar buiten kruipen. Omstanders probeerden haar weg te trekken maar toen ze dat deden ging die man speciaal achter haar aan en mikte op die omstanders.”
,,Nee, ik kon niet goed zien hoe hij eruit zag. Hij had een donkere jas aan, normaal postuur, en had een lang pistool in zijn hand. Gewoon zo’n handpistool, geen automatisch wapen, voor zover ik kon zien. Daarna ging ie nog achter iemand aan, met een geel hesje, die die vrouw probeerde te helpen, en daarna kon ik het niet meer zien.”