Cambuur nieuws topic

PES5

Administrator
Forumleiding
Genot!

Jullie hebben geluk dat iedere Cambuur watcher een fanboy is met zn broekje op de enkels en dat er omtrent dit dossier amper nog gedegen onderzochte en kritische artikelen zijn verschenen. Wat een puinzooi.
 

Bernardo

Well-known member
Alex Bangura, het sprintkanon van Cambuur met Dumfries als inspirator

Door Reon Boeringa

Alex Bangura (22) is een van de opvallendste spelers bij het sterk gestarte SC Cambuur. Het verhaal van de linksback die keer op keer te horen kreeg dat hij geen prof zou worden, maar nooit opgaf. ‘Denzel Dumfries geeft mij inspiratie.’

Sinds enkele jaren verzamelen de Eredivisie-clubs gezamenlijk data van hun wedstrijden. Denk aan voetbalhandelingen zoals het aantal schoten en passes, maar ook fysieke cijfers worden minutieus vastgelegd.

Dit verhaal is afkomstig uit de nieuwste VI. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat!
Van het aantal kilometers dat een team als geheel heeft afgelegd in een wedstrijd, tot het aantal high intensity runs (harder dan twintig kilometer per uur) dat één specifieke speler maakt. Elke maandagochtend kunnen trainers en directeuren daardoor met één druk op de knop een totaaloverzicht krijgen van de collectieve en individuele verrichtingen van het voorbije weekend.

En bij menig Eredivisionist is dit seizoen op zo’n ochtend al met enige verbazing gekeken naar de fysieke data uit Leeuwarden. Het gros van de Eredivisie-spelers legt per wedstrijd tussen de 800 en 1.100 meter op hoge intensiteit af. Slechts een handjevol voetballers weet dat op te rekken naar 1.200 of 1.300. En dan is er nog de nummer 16 van SC Cambuur, Alex Bangura. Elk duel tot nu toe noteerde hij meer dan anderhalve kilometer aan sprints, in de thuiswedstrijd tegen FC Twente verbrak hij met ruim 1.700 zijn persoonlijke record.

Onze performance coach zei tegen me: “Er heeft nog nooit iemand zoveel meters gemaakt als jij’’
Bangura hoort het met een brede lach aan. ‘Onze performance coach zei al tegen me: “Er heeft nog nooit iemand zoveel meters gemaakt als jij”. Dat is natuurlijk heel gaaf om te horen. Ik bekijk het simpel: ik ga echt nog wel mindere wedstrijden spelen, maar dan wil ik er wel alles aan gedaan hebben om zo scherp en fit mogelijk te beginnen. De basis moet altijd goed zijn.’ Daarom trainde Bangura gedurende zijn vakantie gewoon door. ‘De club had alle spelers een programma meegegeven. Ik heb daarnaast voor mezelf ook veel extra dingen gedaan. Ik weet namelijk waar mijn krachten liggen, dus ik stelde mezelf de vraag: Wat kan ik doen om die komend seizoen nóg meer te gaan benutten? Ik ben vervolgens heel veel gaan lopen, om inhoud te kweken.’ Die inspanningen hebben – naar de genoemde statistieken gekeken – hun vruchten meer dan afgeworpen.

ZES NULLEN
Het gesprek met Bangura vindt plaats na de ochtendtraining op de hoofdtribune van het Cambuur Stadion. Passerende medespelers vinden het mooi, de aandacht voor hun jonge ploeggenoot. ‘Dit worden zeker vier pagina’s, Alex?’ Of: ‘Zit je daar nu nog, Lex? Wat ben je lang van stof, man.’ Een ander: ‘Hou maar op met dat interview. Hij blijft, hij blijft, hij blijft.’ Bangura is een van de meest opvallende spelers bij Cambuur, en niet alleen vanwege het aantal meters dat hij maakt. Na zijn doelpunt tijdens de tweede speeldag op bezoek bij PSV, waarvoor hij zichzelf met een perfecte aanname in stelling bracht, werd hij in Studio Voetbal uitgelicht als Parel van het Rechterrijtje. Zeven dagen later kreeg hij na het thuisduel met FC Twente, waarin hij negentig minuten lang de linkerflank had bestreken, op ESPN de vraag of hij vond dat hij al een bedrag met zes nullen waard was.

Kom op, man. Vorig jaar rond deze tijd zat ik nog op de bank in de Keuken Kampioen Divisie
De vraag kwam niet uit de lucht vallen, want in de slotfase van de transferwindow wimpelde Cambuur al een aantal geïnteresseerde clubs af. Bangura wist zich geconfronteerd met die vraag amper een houding te geven en kan er tien dagen later ook alleen maar om lachen. ‘Kom op, man. Vorig jaar rond deze tijd zat ik nog op de bank in de Keuken Kampioen Divisie. Vervolgens heb je drie Eredivisie-wedstrijden gespeeld en krijg je zo’n vraag. Het is natuurlijk een compliment, maar ik ben totaal niet het type dat zich dan het mannetje gaat voelen. Het is en was ook totaal niet iets waar ik mee bezig ben.’

De prestatiecurve van Bangura is in 2021 als de steilste bergetappe in de Tour de France. Vorig seizoen was hij lang bankzitter; zijn eerste basisplaats van die jaargang kreeg hij pas op 17 januari. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder en kent heel voetbalminnend Nederland zijn naam. ‘Het is allemaal nieuw wat me nu overkomt’, vertelt Bangura. ‘In de tweede helft van vorig seizoen heb ik de stijgende lijn te pakken gekregen en die blijft maar omhooggaan, ook nu in de Eredivisie. Dat ik een jaar geleden op de bank zat in de KKD knaagde. Ik was ongeduldig, wilde spelen. Ik kreeg wel positieve signalen van de trainer, maar vond het lastig. Na de winterstop kwam mijn kans en die heb ik met beide handen aangegrepen.’

Dat het hem ook op het hoogste niveau gelijk zo goed af zou gaan, is voor Bangura zelf ook een verrassing. ‘Deze zomer had ik kriebels. Ik had een half jaar in de Eerste Divisie gevoetbald als basisspeler, maar hoe zou ik me staande houden in de Eredivisie? Je moet ervan uitgaan dat je het kunt, daar begint het mee. In jezelf geloven. Maar dat het gelijk zó zou uitpakken, had ik ook niet verwacht, daar geniet ik op sommige momenten wel van. Vooral omdat ik weet waar ik vandaan kom. Het is zeker niet vanzelf gegaan.’

SIERRA LEONE
Nooit opgeven, altijd doorgaan. Geen woorden maar daden. Het carrièrepad van laatbloeier Bangura kan uitstekend worden getypeerd door het motto van de club uit de stad waar hij opgroeide, Rotterdam. Daarover later meer. Bangura is namelijk niet geboren in de Maasstad, maar in Sierra Leone. ‘Toen ik drie was, vluchtten mijn ouders voor de burgeroorlog. Zo zijn we uiteindelijk in Nederland terechtgekomen.’ Na de vlucht wordt de oorlog in het gezin weinig besproken. ‘Daarvoor is er gewoon te veel gebeurd, mijn ouders hebben het er liever niet over en dat respecteer ik.’

Na het kijken van de film Blood Diamond dacht ik: Wow, was het zo heftig?
Zelf maakt hij daardoor voor het eerst echt kennis met de tragische voorgeschiedenis van zijn familie als hij op latere leeftijd Blood Diamond kijkt. Een film die in beeld brengt hoe in Sierra Leone een bloedbad werd aangericht, met daarin een centrale rol voor de op kinder- en slavenarbeid steunende diamantenindustrie. ‘Na die film dacht ik: Wow, was het zo heftig? Mijn ogen gingen als het ware open. Ik was namelijk een klein jongetje toen we vluchtten, ik heb geen enkele herinnering aan onze tijd daar. Gelukkig maar, dacht ik na het kijken.’

‘Ik ben nooit terug geweest naar Sierra Leone, maar dat zou ik later nog weleens willen. Me verdiepen, om erachter te komen waar ik nou echt vandaan kom. Hoe je het wendt of keert: mijn roots liggen daar, er woont nog familie, mijn ouders hebben me de cultuur meegegeven en ik spreek dankzij hen ook de taal.’

Wat zou hij doen als de bondscoach van Sierra Leone hem oproept voor het nationale elftal? ‘Sterker nog: die heeft onlangs al gebeld’, verklapt Bangura. ‘Hij vroeg of ik voor Sierra Leone zou willen spelen, op het toernooi om de Afrika Cup tijdens de komende winter. Het is een eer, maar ik heb gezegd dat ik het niet ga doen. Dit is mijn eerste jaar Eredivisie en ik wil me blijven focussen op mijn ontwikkeling bij Cambuur. Als ik een Afrika Cup zou gaan spelen, ben ik zo een paar weken weg en wellicht mis ik hier dan een aantal wedstrijden. Het is niet even naast de deur. Misschien dat ik over een paar jaar er anders over denk, maar op dit moment is dit de beste beslissing.’

FEYENOORD
Na de vlucht uit Sierra Leone strijkt het gezin neer in Rotterdam-Zuid. Bangura begint op jonge leeftijd met voetballen bij DRL. ‘Toen ik een jaar of acht was, heb ik deelgenomen aan een talentendag bij Feyenoord. Ik viel af in de laatste selectieronde, maar mocht wel aansluiten bij de amateurafdeling. Dan train je op hetzelfde complex als de profs, op Varkenoord. De echte Feyenoord-opleiding is dan links, de amateurvereniging rechts.’

Ik mocht nooit blijven op de academy van Feyenoord, ik was telkens niet goed genoeg
Bangura doet er alles aan om alsnog bij de proftak op de radar te komen. ‘Ik zie mezelf nóg lopen op Varkenoord. Elke keer het hoofdveld voorbij, naar een van de velden achteraf. Daar trainden de teams van de amateurtak. Ik moest en zou uiteindelijk naar dat hoofdveld, waar de jongens van de academy trainden.’ Incidenteel wordt Bangura uitgenodigd voor een proeftraining. ‘Dat was altijd weer spannend, het voelde als een soort sollicitatie. Maar ik mocht nooit blijven, ik was telkens niet goed genoeg.’

Bangura is in die jaren groot supporter van Feyenoord. Als hij wordt gevraagd als vaste ballenjongen in De Kuip, grijpt hij die kans met beide handen aan. Alles om dichter bij zijn droom te komen. Op zijn zeventiende krijgt hij weer een uitnodiging voor een stage bij de profs. Gezien zijn leeftijd is het waarschijnlijk zijn laatste kans bij het grote Feyenoord aan te sluiten. Na alle afwijzingen uit de jaren ervoor krijgt Bangura deze keer goed nieuws: hij mag naar de Onder-18.

Bangura herinnert zijn vreugde als de dag van gisteren. ‘Ik had er zó lang voor geknokt en was er altijd in blijven geloven. Het was me toch gelukt’, blikt hij stralend terug. Ruim een half jaar na zijn komst van de amateurtak speelt Bangura al in de UEFA Youth League tegen de grootste talenten van Europa, met een bepaald niet misselijk elftal.

‘Tyrell Malacia, Orkun Kökcü, Wouter Burger en Dylan Vente waren mijn ploeggenoten.’ Maar waar zij uiteindelijk doorstromen, krijgt Bangura na zijn derde jaar in de profopleiding opnieuw te horen dat hij niet goed genoeg is. ‘Waar andere jongens een contract kregen en naar de Onder-21 mochten, werd ik weggestuurd. Dat was een klap voor me. Na al die moeite was het alsnog zomaar voorbij. Maar al snel nam ik me voor dat deze tegenslag mijn droom niet mocht veranderen. Ik moest en zou profvoetballer worden, dan maar via een omweg.’

LEEUWARDEN
Zo belandt Bangura in de zomer van 2018 in Leeuwarden. Cambuur biedt hem een stagewedstrijd aan en wil hem vervolgens graag opnemen in de beloftenselectie. Er is alleen één maar: een contract kan de club hem niet bieden. ‘Als ik mijn droom wilde blijven najagen, moest ik gaan investeren. Aan de andere kant van Nederland, ver van mijn ouders en broertje.’ Bangura besluit voor zijn kans te gaan en verhuist van Rotterdam naar Leeuwarden.

‘Ik kwam terecht in een beloftenhuis van de club, met andere talentvolle jongens.’ Bangura is dan nog linksbuiten. Hij mag in zijn eerste jaar bij Cambuur van trainer René Hake al een paar keer opdraven bij het eerste elftal en verdient daarmee zijn eerste profcontract. Het zijn positieve signalen, maar het knaagt bij Bangura. ‘Ik begon me steeds vaker af te vragen of ik als linksbuiten wel genoeg specifieke kwaliteiten had om te slagen. Ik heb power en snelheid, maar mis de individuele actie die je als aanvaller nodig hebt.’

In de zomer van 2019 besluit hij dat de knop om moet. ‘Ik ben toen naar Foeke Booy (technisch manager, red.) gestapt met mijn plan om linksback te worden.’ Cambuur steunt hem in zijn voornemen, maar geeft ook aan dat hij achteraan zal moeten aansluiten in de pikorde. Waar hij in het seizoen 2018/19 nog met enige regelmaat mocht opdraven, komt hij een jaar later onder de nieuwe trainer Henk de Jong slechts tot één basisoptreden.

Maar precies dat ene duel doet bij Cambuur de ogen openen. De atletische Bangura speelt tegen NEC de pijlsnelle Anthony Musaba uit de wedstrijd en levert daarnaast een grote offensieve bijdrage. Het seizoen 2020/21 wordt vervolgens het jaar van zijn definitieve doorbraak. ‘Daar ben ik heel trots op, maar ik ben ook iedereen heel dankbaar die me geholpen heeft. Toen ik mijn voornemen linksback te worden uitsprak, is iedereen achter me gaan staan. Foeke Booy, Henk de Jong en de assistent-trainers. Zonder hen was het niet gelukt.’

Toen ik mijn voornemen linksback te worden uitsprak, is iedereen achter me gaan staan
Helemaal tevreden is Bangura nog niet. ‘Op sommige momenten merk ik dat ik nog te aanvallend denk, dan sta ik net niet goed opgesteld. Dat is een kwestie van tijd en ervaring, daar zal ik vanzelf beter in worden. Ik ben heel leergierig en kijk elke week beelden van mezelf en andere verdedigers om te zien wat ik beter kan doen.’

'Zijn energie, zijn power, ik kan enorm genieten van Denzel Dumfries.'
Het veroveren van een basisplaats, de titel in de Eerste Divisie, een nieuw contract voor drie seizoenen en een imponerende entree op het hoogste niveau. Tot nu toe is 2021 het jaar van Bangura. ‘In de jaren hiervoor heb ik vier of vijf keer te horen gekregen dat ik niet goed genoeg was. Uiteindelijk waren dat maar meningen van anderen. Voor mezelf wist ik altijd waar ik naartoe wilde. Dan kunnen mensen wel zeggen: Die droom van jou, die kun jij niet bereiken, maar uiteindelijk is het aan jezelf wat je daarmee doet. Ik ben ondanks alles er altijd in blijven geloven.’

Bij Cambuur lopen ze weg met Bangura. Henk de Jong en Foeke Booy trokken al eens de parallel tussen hem en Denzel Dumfries, een andere laatbloeier die op basis van wilskracht, drive en power alle verwachtingen heeft overtroffen. ‘Ik heb die vergelijking met Dumfries al een paar keer gehoord’, bekent Bangura. ‘Ik zie het als een groot compliment, ook omdat hij niet de makkelijkste weg heeft afgelegd. Er waren veel mensen die tegen hem zeiden: Jij kunt dit niet, jij kunt dat niet. Maar inmiddels speelt hij wel in Oranje en bij Inter. Zijn energie, zijn power, daar kan ik enorm van genieten. Ik moet nog heel veel verbeteren om ook maar in de buurt van zijn niveau te komen, maar Dumfries toont aan hoe ver je met mentaliteit en wilskracht kunt komen. Dat geeft mij inspiratie.’
 

Bernardo

Well-known member
Sandor van der Heide stopt bij Cambuur

Tegenover de terugkomst van Booy staat dat assistent-trainer Sandor van der Heide niet terugkomt. Een klein jaar geleden kwam Van der Heide thuis te zitten met een soort van burn-out. Hij werkte te veel, kreeg een waarschuwing van zijn lichaam en gooide het roer om. "Het moet vanaf nu gewoon anders, that's it", zei hij daarna.

Nadat Van der Heide na de winterstop weer een aantal wedstrijden op de bank zat, viel hij wederom terug. De kampioenswedstrijd tegen Jong AZ maakte hij wel mee vanaf de bank, zo was bovendien de wens van Henk de Jong.

In het nieuwe seizoen speelt Van der Heide nog geen rol bij de club en dat zal ook niet gebeuren volgens De Jong. "Sandor zal niet terugkomen. Die gaat andere dingen doen. Dat moet ook, want hij moet gelukkig zijn."

Op dat moment had De Jong ook goed nieuws. Het gaat volgens de Cambuur-trainer 'heel goed' met Van der Heide. "Hij heeft zijn leventje weer mooi opgepakt. Dat vind ik belangrijk: dat mensen die dicht bij mij staan, een goed leven hebben.

OF.

Komt natuurlijk niet helemaal onverwacht, maar toch wel jammer. Zo'n club icoon, de hoop was paar jaar terug nog dat hij Henk uiteindelijk zou opvolgen. Maar goed, Sandor heeft altijd al een haat/liefde verhouding gehad met het voetbal wereldje. Zoals Henk ook al zegt, zolang hij maar gelukkig is.
 

Bernardo

Well-known member
IN MEMORIAM: Oprichter en eerste voorzitter Cambuur

Jan Prange (1930-2021)

Jan Prange moest in het voorjaar van 2014 hard lachen om de suggestie dat het best opmerkelijk was dat zijn woning in Akkrum niet een bedevaartsoord was voor Cambuursupporters. ,,Schei uit’’, zei de in de nacht van maandag op dinsdag op 91-jarige leeftijd overleden doctorandus en bedrijfseconoom in ruste.

Toch is de naam van de op 13 augustus 1930 in Den Haag geboren Albert Jan Antonie Prange voor altijd verbonden aan die van Sportclub Cambuur. Samen met Sietse Westra stond hij aan de wieg van de club. Op de resten van de naar het amateurvoetbal verdwenen vv Leeuwarden richtten de twee in het voorjaar van 1964 de nieuwe profclub op. Manager Westra hengelde spelers binnen, Prange – tussen 1964 en 1971 de eerste voorzitter van Cambuur – regelde alles buiten het voetbal. ,,Verder deed niemand wat’’, zei hij daarover in 2014 in deze krant.

Jan Prange rolde bij toeval in het voetbal. Hij verhuisde in 1961 met zijn gezin naar Friesland, waar hij aan de slag ging bij de Verenigde Stofzuiger Fabriek (VSF), een onderdeel van Philips. Daar kwam de Leeuwarder sportwethouder Jan Tiekstra hem in 1963 opzoeken met het verzoek eens naar de cijfers te kijken van vv Leeuwarden. Prange zag al snel dat er maar één manier was om het profvoetbal voor Leeuwarden te behouden: de zaak liquideren en een splinternieuwe club beginnen.

Bij een samenzijn in een kroeg bedacht Prange de naam van de nieuwe club. Westra dacht aan een mooie uit de Griekse mythologie: Leonidas, Agamemnon. Prange moest er niets van hebben. ,,Ik wist dat het iets voor de hand liggends moest worden, iets wat ook commercieel aantrekkelijk was’’, zei hij in 2014. ,,Cambuur, pats, boem. Naar die adellijke familie Van Cammingha die ooit een burcht in de omgeving van het huidige stadion had.’’ Prange kwam met jonkheer Van Cammingha overeen dat de club het adellijke logo van de familie als clubembleem mocht gebruiken.

Bij het bedenken van de clubkleuren ging Prange al net zo praktisch te werk. ,,We waren vanaf het begin totaal afhankelijk van de gemeente. Zonder de jaarlijkse subsidie zouden we het niet hebben gered. Vandaar dat we voor de geelblauwe stadskleuren kozen.’’

Prange was vooruitstrevend, misschien zelfs een visionair. Hij pleitte direct voor afschaffing van het transfersysteem. ,,De slavenhandel moet eruit’’, vond hij. Op zijn initiatief kreeg Cambuur in 1968 als eerste Nederlandse club een spelersraad. Ook opperde Prange het plan om een cao voor voetballers in het leven te roepen. ,,Profvoetbal had iets feodaals, terwijl een betaalde club niets anders was dan ieder ander bedrijf’’, vond hij.

De eigengereide voorzitter moest in 1971 terugtreden nadat hij, tegen de zin van de rest van het bestuur, onder wie minister Anne Vondeling, trainer Arie Otten had ontslagen. ,,Vondeling vond het financieel onverantwoord om (nog) een trainer te ontslaan. Dus was ik zelf aan de beurt. Vondeling was ons paradepaardje. Hij heeft me er gewoon uitgeschopt.’’

In latere jaren bleef Prange Cambuur trouw volgen, ook toen hij Friesland in 1978 tijdelijk verliet. Sinds zijn terugkeer in 1991 had hij tot op hoge leeftijd een seizoenskaart. In 2011 overleed zijn echtgenote. Hij kreeg een nieuwe partner, die hem vorig jaar ontviel. Jan Prange laat drie kinderen achter.
 

Bernardo

Well-known member
LEEUWARDEN
Stadion: Van Wijnen en Cambuur akkoord
Van Wijnen en Cambuur hebben in grote lijnen overeenstemming over mogelijke bezuinigingen aan het nieuwe Cambuurstadion. Dat schrijft wethouder Hein de Haan van de gemeente Leeuwarden in een mail aan de gemeenteraad. Binnenkort wordt er een informatieavond gehouden voor supporters en omwonenden. Het is de bedoeling dat er op 22 oktober een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Van Wijnen streeft nog steeds naar oplevering van het stadion in de zomer van 2023.

Genot!
 
  • Leuk
Waarderingen: Max

Maasveld

Well-known member
LEEUWARDEN
Stadion: Van Wijnen en Cambuur akkoord
Van Wijnen en Cambuur hebben in grote lijnen overeenstemming over mogelijke bezuinigingen aan het nieuwe Cambuurstadion. Dat schrijft wethouder Hein de Haan van de gemeente Leeuwarden in een mail aan de gemeenteraad. Binnenkort wordt er een informatieavond gehouden voor supporters en omwonenden. Het is de bedoeling dat er op 22 oktober een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Van Wijnen streeft nog steeds naar oplevering van het stadion in de zomer van 2023.

Genot!
@PES5 kom er maar in!
 

Bernardo

Well-known member
Mooi stukje uit de VI.

De huiskamer van Leeuwarden: laagdrempeligheid als kracht van Cambuur

Door Reon Boeringa

De thuishaven van SC Cambuur mocht afgelopen zondag voor het eerst in anderhalf jaar worden uitverkocht, en vol zat het. Een sfeerverslag uit Leeuwarden, waar het krappe en oude stadion de volksclub past als een warme jas.

Cambuur is vermoedelijk de enige profclub waar een verdwaalde toeschouwer een half uur voor de aftrap zomaar de trainerskamer in kan wandelen. Een stap of twintig vanaf de hoofdingang van het stadion delen Henk de Jong en zijn voltallige staf een oppervlakte kleiner dan een woonkamer van een eengezinswoning. Om iedereen plek te kunnen bieden, is de ruimte volgestouwd met tafels en bureaus. De deur staat vrijwel altijd open. Dat kan zeker worden uitgelegd als een metafoor voor de clubcultuur, maar het betreft in dit geval ook noodzaak: het is namelijk de enige manier om het hok van wat frisse lucht te voorzien. Om De Jong en zijn assistenten toch enige privacy te kunnen bieden, zijn de luxaflex van het enige raam doorgaans gesloten. Want buiten krioelt het elke dag van de winkelende mensen.

Wie de clubidentiteit wil vatten, volstaat met een blik op het Cambuurplein. Plek van de gewone, hardwerkende man die zijn boodschappen doet bij de Aldi of Jumbo. Bij Slagerij Tadema zijn de kippenbouten in de aanbieding, voor 1 euro heb je er een loempia. Ze hebben in Leeuwarden weleens trainers en bestuurders gehad die het helemaal niets vonden, dat volkse en doodgewone. Die wilden onder het mom van topsportcultuur besloten trainen en vonden het professioneel de supporters als klanten te zien. Ze hebben het niet lang uitgehouden.

KOUDE DOUCHES

In de perskamer, die gelijktijdig dienstdoet als keuken, hebben we een afspraak met twee mannen die Cambuur door en door kennen: Martijn Barto (37) en Peter van der Vlag (43). Laatstgenoemde werd in Leeuwarden geboren en maakte er als keeper tussen 2004 en 2009 hoofdzakelijk magere jaren door. Seizoenen waarin de prestaties tegenvielen, een faillissement dreigde en de ene keer dat hij met Cambuur dicht bij de Eredivisie kwam, had een dramatische ontknoping. Na het beëindigen van zijn actieve loopbaan, die hem langs Veendam, Deventer, Groningen en Emmen bracht, keerde hij anderhalf jaar geleden als keeperstrainer terug naar zijn geboortestad. Oud-spits Barto beleefde als Cambuur-speler vettere tijden, zoals de promotie in 2013 en de daaropvolgende Eredivisie-jaren. Door zijn fanatisme, werklust en vermogen zich jaar na jaar vanaf de bank weer in de basis te knokken groeide hij uit tot publiekslieveling. Barto, geboren in Zuid-Holland, raakte verknocht aan Cambuur, bleef na zijn profcarrière in Leeuwarden wonen en maakt sinds 2019 deel uit van de technische staf.

'Als je het stadion uit loopt en boodschappen gaat doen, sta je tussen de supporters. Alles en iedereen komt elkaar hier continu tegen'

‘Dat ik hier ben gebleven, zit ’m voor een groot deel in de supporters’, vertelt Barto. ‘Die bepalen namelijk de sfeer bij een club. Als je ziet hoe wij gesteund worden, dat is echt iets heel anders dan bij andere clubs. In de Eerste Divisie zag je dit nergens anders en ook in de Eredivisie is dit bijzonder. Er zijn maar een paar clubs waar het voetbal zo intens wordt beleefd als hier.’

Van der Vlag: ‘Daar pak je gewoon meer punten door. Je geeft als speler net even die paar procent meer, want je kúnt meer. Je gaat door, want je moet wel.’

Barto: ‘Tegenstanders die hier komen, valt het ook op. “Wat is dit voor gekkenhuis vandaag?”, vragen ze op het veld vaak aan ons. Dan zeggen wij: Niet alleen vandaag, maar elke thuiswedstrijd. Ik vind het mooi, maar ik kan me voorstellen dat het voor sommigen wel imponerend kan zijn.’
.
Van der Vlag: ‘Zeker. Ik heb hier ook regelmatig gespeeld met andere clubs. De beleving doet echt wat met je als tegenstander. Je gaat hier gewoon niet lekker naartoe, omdat je weet dat het sowieso een lastige, zware wedstrijd wordt. Want zelfs als Cambuur voetballend een keer een mindere dag heeft, weet je dat het publiek ervoor gaat zorgen dat ze over het dode punt komen.’

Barto: ‘Het is het hele plaatje. Als je als bezoekende ploeg hier komt, weet je al: Er zijn na afloop maar een paar douches en als je pech hebt is het water koud. Daar komt nog eens bij dat Leeuwarden voor elke tegenstander ver weg is. Ben je er eindelijk, kom je in zo’n vijandige sfeer terecht.’

Van der Vlag: ‘Dat we als club een nieuw stadion nodig hebben is wel duidelijk, maar ik ben heel gecharmeerd van hoe het hier is. De hele setting, alles dat oud en krap is, geeft de club iets heel eigens. Vroeger bij FC Groningen was ik ook gek op het oude Oosterpark.’


Barto: ‘Op een wedstrijddag kun je hier inderdaad zomaar de trainerskamer inlopen. Dan kun je zeggen: Dat hoort niet bij een profclub. Maar dat is alleen maar omdat andere clubs een andere standaard hebben gecreëerd. Het maakt ons juist wie we zijn. Doordat we zo bereikbaar zijn, staan onze fans zo achter ons. Je hoeft maar één deur door en je kunt met de trainer praten. Bij andere clubs heb je daar vijf verschillende pasjes voor nodig. De laagdrempeligheid is de charme en kracht van Cambuur.’

Van der Vlag: ‘Als speler heb ik hier ook mindere jaren meegemaakt, toen er sprake was van financiële problemen. We stonden gelijktijdig zo’n beetje laatste in de Eerste Divisie, het was gewoon niet best. Toch zaten er elke week vijfduizend man op de tribune en had ik het zó naar mijn zin dat ik ondanks alles bijtekende. Apart eigenlijk. Mijn vader (Henk van der Vlag speelde in de jaren zeventig circa tweehonderd duels voor Cambuur, red.) heeft precies hetzelfde. Die komt hier ook nog steeds heel graag terug.’

Barto: ‘Wij zijn geen club die ergens buiten de stad op een trainingscomplex traint en eens in de twee weken naar het stadion komt voor een wedstrijdje. Nee: alles gebeurt in dit stadion, dat ondanks zijn mankementen geweldig is. We hebben één lange gang en daar zit al het personeel. Als je het stadion uit loopt en je boodschappen gaat doen, sta je tussen de supporters. Alles en iedereen komt elkaar hier continu tegen, dat maakt deze club zo sterk en in mijn ogen ook uniek.’

CURIOSA

De spelersgroep van Cambuur herbergt een flinke Noord-Hollandse enclave; liefst zeven spelers doorliepen de jeugdacademie van AZ, een club waarmee de Leeuwarders ook op directieniveau warme banden onderhouden. De selectie kent daarnaast lokale gezichten – Pieter Bos uit Buitenpost en Brett Minnema uit Workum – en enkele bijzonderheden. Neem de gecombineerde aanwezigheid van het sprintkanon van de Eredivisie (Alex Bangura) en het Letse antwoord op Lange Jan, de twee meter lange spits Roberts Uldrikis. Verdediger Jhondly van der Meer is een beetje van beide. Sinds enkele weken international van het Caraïbische eiland Haïti, maar getogen in Leeuwarden in een fanatiek Cambuur-gezin. De club heeft daarnaast jeugd internationals van Hongarije (Tamas Kiss), Bulgarije (Filip Krastev) en de zoon van een voormalig Wereldvoetballer van het Jaar (Maxim Gullit) onder contract staan.

.Maar tegenover die curiosa staat dan ook weer de aanwezigheid van Doke Schmidt. Geboren, getogen en jarenlang voetballend actief in de plaats die ze in Leeuwarden liever niet bij naam noemen, is Schmidt in de provinciehoofdstad uitgegroeid tot publiekslieveling. Hij belichaamt in veel opzichten namelijk het voetbal zoals de Cambuur-supporter het graag ziet: mooi als het kan, maar spijkerhard als het moet. Toegewijd en hardwerkend, op het bezetene af. En, het belangrijkste van allemaal, wars van elke vorm van sterallures. Wie nog het dichtst bij een vedette komt, is de Franse middenvelder Robin Maulun. Geschoold in de academie van Girondins Bordeaux, gescout door technisch manager Foeke Booy en in Leeuwarden uitgegroeid tot stilist die de ploeg net dat beetje noodzakelijke technische verheffing biedt.

Trainer Henk de Jong heeft van het spelersmateriaal een eenheid gesmeed die méér is dan de som der delen. Zelf is de coach de belichaming van het laagdrempelige. Voor de vaste groep supporters die elke training bezoekt, had hij onlangs op zijn verjaardag een kar met koffie en koeken geregeld. En toen hij anderhalve week geleden na de eclatante zege op Sparta Rotterdam (0-4) werd geconfronteerd met de veronderstelling dat hij die avond waarschijnlijk even goed zou gaan zitten voor Studio Sport om van zijn ploeg te genieten, antwoordde De Jong onbewogen: ‘Nee, hoor, want ik moet de heg nog snoeien.’

De trainer uit Drachten koestert de sfeer in Leeuwarden als geen ander. Hij laat geen gelegenheid onbenut op het belang van de hondstrouwe en bloedfanatieke twaalfde man te wijzen. Tegelijkertijd weet hij ook als geen ander hoe vijandig de Leeuwarder huiskamer kan aanvoelen voor bezoekers uit den vreemde. ‘Ik wist niet wat me overkwam, toen ik een paar jaar geleden hier met De Graafschap op bezoek kwam. Zo’n lawaai, zo intimiderend. En begrijp me goed: zonder dat het grenzen overgaat. Maar sindsdien weet ik: dit hier is niet normaal.’

Terwijl De Jong zijn wekelijkse perspraatje houdt in de businessruime – ingericht als een bruin café – wordt even verderop de lunch klaargezet. Trainers, spelers en kantoorpersoneel eten samen. Tussen het babbeltje voor de schrijvende pers en de interviews op camera door werkt De Jong staand nog snel even een boterhammetje weg.

HOTSEKNOTSGOAL

Wedstrijddag. Het is al vroeg druk op het Cambuurplein, waar naast de loempiakar inmiddels ook een oliebollenkraam staat opgesteld. In de catacomben van het stadion klinkt popmuziek. De geluidsbron is te vinden in de kamer waarvan de deur altijd openstaat. De Jong zwaait en schenkt koffie in. Het duel met AZ wordt voorafgegaan door het afscheid van Robert Mühren. Uit handen van de clubleiding, onder wie de van een herseninfarct herstelde Foeke Booy, ontvangt hij een aandenken aan zijn zeer succesvolle periode in Leeuwarden. Terwijl Mühren een ereronde maakt, komen op het grote scherm in het stadion de 64 goals die hij in twee seizoenen bij Cambuur maakte in vogelvlucht voorbij. Voor het eerst in anderhalf jaar tijd zijn alle tienduizend kaartjes verkocht. De tribunes, stammend uit de jaren tachtig en negentig en sindsdien nauwelijks vernieuwd, puilen uit.

Als het rustsignaal nadert, stijgt een frikadellenwalm op uit de kiosken onder de tribune. Graag contant betalen, staat op een briefje. De huishoudelijke mededelingen neemt Rein de Vries voor zijn rekening. Al ruim dertig jaar is hij als speaker de stem van Cambuur. AZ is volwassener, beter. Maar een hotseknotsgoal van Lange Jan Uldrikis, het eerste Letse doelpunt in de Eredivisie, zorgt in de slotfase toch nog even voor de gekkenhuis-sfeer waarnaar Martijn Barto verwees. Het stadion kolkt, het stormt binnen de lijnen en even lijkt het alsof de twaalfde man in Leeuwarden opnieuw zijn stempel gaat drukken. Het slotoffensief komt uiteindelijk niet van de grond. Maar toch is het voor AZ niet allemaal hosanna. ‘De douches zijn weer koud’, klinkt het na de wedstrijd namelijk bij de kleedkamers.

Henk de Jong blikt na afloop tevreden terug op het eerste kwart van het seizoen. ‘Er worden weleens gekke dingen geroepen, maar wij gaan niet naast onze schoenen lopen. Doe ons maar 34 puntjes, dan zijn we er. We zijn aardig op weg.’ De selectie krijgt tijdens de interlandperiode een paar dagen vrij. ‘Kunnen ze even wat leuks doen, dat hebben de jongens verdiend.’

Als de avond over Leeuwarden valt, rijden we naar de andere kant van de stad. Daar waar over twee jaar het nieuwe stadion moet worden geopend. De woorden die Barto twee dagen eerder had uitgesproken, spoken door ons hoofd. ‘Dat er een nieuw stadion moet komen, staat buiten kijf’, zei hij. ‘De kunst wordt op die nieuwe plek niet te verliezen wat ons bijzonder en sterk maakt. Bij deze club moet geen champagne en kaviaar worden geserveerd, Cambuur moet Cambuur blijven.’
 

Bernardo

Well-known member
ONTWERP NIEUW STADION AANGEPAST; DEZE MAAND NOG AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

12 oktober 2021, 21:02
Het is even relatief stil geweest voor wat betreft de ontwikkelingen rondom het nieuwe Cambuur Stadion, maar dat wil niet zeggen dat er niks is gebeurd. Integendeel zelfs en daarom was er vanavond een bijeenkomst in het Cambuur Stadion om de stadionadviescommissie te informeren en later op de avond een informatiebijeenkomst voor de omwonenden in het WTC Hotel.

De belangrijkste boodschap vanuit zowel Van Wijnen, gemeente Leeuwarden en SC Cambuur was hierbij dat er door de stijgende bouwkosten een aantal noodzakelijke aanpassingen zijn gedaan aan het ontwerp van het stadion (zie onderstaande impressies) en dat de omgevingsvergunning nog deze maand wordt aangevraagd.
Bij de aanpassingen is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen vanuit de stadionadviescommissie, bestaande uit supporters en sponsoren uit alle geledingen van de club, en de bewoners van de omliggende wijken. De bezuinigingen zijn niet ten koste gegaan van het comfort en de functionaliteit van het stadion en daarnaast zijn de uitgangspunten zoals eerder gesteld door beide partijen overeind gebleven. Het stedenbouwkundig plan, het inrichtingsplan en het bestemmingsplan blijven ongewijzigd.

Route vanaf hier
In een eerder stadium hebben Van Wijnen en SC Cambuur al overeenstemming bereikt over de voorwaarden en daarmee is de aanvraag van de omgevingsvergunning door Van Wijnen de belangrijkste eerstvolgende stap. Dit gaat gebeuren op 22 oktober aanstaande en de werkzaamheden zullen vervolgens in het eerste kwartaal van 2022 beginnen. Het nieuwe Cambuur Stadion moet dan in de zomer van 2023 speelklaar zijn.

Via www.leeuwarden.nl/wtccambuur is meer informatie te vinden over het project.

www.cambuur.nl
 

Bernardo

Well-known member
2 foto's van het aangepaste ontwerp. Met name in de hoeken verandering, overkapping stuk korter gemaakt.
 

Bijlagen

  • StadionSSH1.jpg
    StadionSSH1.jpg
    501,1 KB · Weergaven: 9
  • StadionSCCN1-1024x576.jpg
    StadionSCCN1-1024x576.jpg
    114,1 KB · Weergaven: 10
Laatst bewerkt:

Bernardo

Well-known member
Vond ik met het oude ontwerp nog meer, nu die overkappingen open zijn lijkt het wel beter vind ik. Zie je wel meer de 4 losse tribunes erin terug
 
  • Leuk
Waarderingen: Max

Bernardo

Well-known member
Dit wordt het nieuwe stadion van SC Cambuur (dat nog één horde moet nemen)

Door Reon Boeringa

SC Cambuur krijgt een steeds concreter zicht op zijn nieuwe stadion. Nieuwe illustraties geven een eerste indruk van het bouwwerk dat over minder dan twee jaar in gebruik genomen moet worden.

Medio 2023 is de geplande oplevering van het nieuwe stadion. De nieuwe thuishaven van Cambuur gaat plaats bieden aan 15.000 toeschouwers en zal Cambuur ten opzichte van de huidige locatie naast een toename in capaciteit ook veel meer commerciële mogelijkheden bieden.

Deze week heeft Cambuur nieuwe vrijgegeven van het stadion, dat er op enkele vlakken anders gaat uitzien dan in eerste instantie werd beoogd. Dit om een gat in de begroting als gevolg van gestegen bouwkosten te drukken. Wat betekent dit concreet? Directeur Ard de Graaf geeft tekst en uitleg.


Op welke vlakken is het ontwerp van het stadion aangepast?

‘De belangrijkste aanpassing is dat het dak van het stadion niet één geheel wordt, maar dat alle tribunes hun eigen dak krijgen. Dit levert een forse besparing op, waarbij het volgens de reacties die we hebben ontvangen juist nog mooier wordt dan het oorspronkelijke ontwerp. We wilden in Leeuwarden geen ‘rondje’ bouwen zoals je bij andere nieuwe stadions ziet. Het was dus al een plan met vier steile, losse tribunes. Doordat ze elk nu ook nog hun eigen dak krijgen, wordt het nog veel meer een typisch stadion dan het al was. De lichtmasten komen door deze wijziging ook helemaal vrij te staan, daar hebben we vanuit onze supportersadviescommissie ook positieve reacties op ontvangen.’

Zijn er ook aanpassingen voorgesteld waar jullie als club voor zijn gaan liggen?

‘Jazeker. We wilden best meebewegen, maar wel tot op zekere hoogte. De functionaliteit en comfort van het stadion moesten niet gaan lijden onder de bezuinigingen. Daarnaast hebben we onze supporters al jarenlang aangelijnd in dit proces, waarbij we zoveel als mogelijk hebben meegenomen wat zij belangrijk vinden. Dat wil je in de eindfase ook niet overboord kieperen. Een bezuinigingsvoorstel was bijvoorbeeld om het dak van het stadion te ondersteunen door middel van kolommen, grote palen. Dan hoef je namelijk een minder zware en dus minder dure constructie te bouwen. Het gevolg zou wel zijn dat je tijdens de wedstrijd als toeschouwer steeds die kolommen in je zichtveld hebt en daardoor af en toe de bal niet ziet. Dat wilden we niet en die kolommen komen er dus niet.’

Zelf moeten jullie als club een bedrag van vier à vijf miljoen euro inbrengen voor de bouw. Is dat er al?

‘Een eerste deel hebben we binnen. De rest willen we het komende jaar uit de markt halen, daar ligt een belangrijke uitdaging voor ons als club. Het bedrag dat wij inbrengen willen we gebruiken om het stadion mooier af te werken. We zijn een transparante, open club. Dus we willen het liefst een stadion met veel glas bij kantoren, zakenruimtes en skyboxen. Maar glas is natuurlijk duurder dan een gipswandje. In verschillende fases van de bouw moeten we als club bepaalde keuzes gaan maken voor het niveau van afwerking en het daaraan gekoppelde prijskaartje. Daarvoor moeten we aan de bak.’


Wat gebeurt er als jullie als club het bedrag niet weten in te brengen?

‘Van Wijnen staat als bouwer van het stadion garant voor het complete bedrag tot aan de oplevering van het stadion. Daardoor heeft de gemeente zekerheid over de komst van het stadion en hebben wij grond onder de voeten waarmee we de markt op kunnen.’

Later deze maand wordt de omgevingsvergunning aangevraagd voor Van Wijnen. Is dat daadwerkelijk de allerlaatste horde?

‘Ja, als die vergunning er is koerst alles af op start bouw in het eerste kwartaal van 2022. Of het verkrijgen van de vergunning een zekerheid is? Dat weet je nooit helemaal zeker, maar de gemeente en omwonenden zijn in alles aangelijnd. Ik verwacht en hoop dat we weinig belemmeringen tegenkomen.’

Dan komt het vertrek van de huidige locatie eindelijk in zicht.

‘Inderdaad. De verhuizing staat nu ingetekend voor medio 2023, met de kanttekening dat een weekje later geen ramp is. Het heeft heel wat voeten in aarde gehad, maar de finish komt nu echt in zicht.’
 
Bovenaan