Cambuur nieuws topic

Satyr

Administrator
Forumleiding
Ik vind je wel heel optimistisch na 35x ja/nee/ja/nee, dat het nu echt ja is.

Wat is het standpunt van Friesche Poort nu dan?
 

Bernardo

Well-known member
Ik vind je wel heel optimistisch na 35x ja/nee/ja/nee, dat het nu echt ja is.

Wat is het standpunt van Friesche Poort nu dan?
Friese Poort was voor de zomer al akkoord met van Wijnen. Het is nu alleen nog de vergunning aanvragen volgende week en die moet goedgekeurd worden en dan beginnen ze begin volgend jaar met bouwen. Gemeente hervat volgende week de sloopwerkzaamheden ook weer voor de gebouwen die nu nog op de grond staan waar het stadion moet komen, dat was stilgelegd nadat die onbetrouwbare Limburgers uit het project stapte.


Er blijf natuurlijk altijd een kans dat het nu ook weer misgaat, maar kan het me nu echt niet meer voorstellen. Zo dichtbij zijn we nog niet geweest.
 

Abubakari

Well-known member
Het moet wel om te groeien maar ik vind het heel jammer dat dat mooie en fraai gelegen stadion ingeruild wordt voor zo’n nieuwe bak. Ik hoop dat het er in het echt mooier uitziet, ik vind het nu net een kantoorpand.
Maar goed, de Euroborg is van buiten ook foeilelijk, het gaat er toch vooral om hoe het er van binnen uitziet. En dat is bij de Euroborg wel prima. Al vind ik die overdaad aan glas aan de business kant dan weer niet mooi, voor de rest is het van binnen wel een mooi stadion. Maar ik vind het mooi als een stadion er van buiten ook mooi en liefst indrukwekkend uitziet.
 

Bernardo

Well-known member
SC Cambuur beleefde het beste seizoen uit de historie, maar in het boekjaar 2020-2021 leverde dat wel rode cijfers op. ,,Dit krankzinnige jaar was niet te begroten.’’

Wie verwachtte dat Gerald van den Belt woensdagmiddag in zak en as zat na het naar buiten brengen van de rode jaarcijfers, kwam bedrogen uit. ,,Het was het meest krankzinnige jaar op financieel gebied’’, zegt de financieel directeur van SC Cambuur. ,,Daarom mogen we tevreden zijn met deze cijfers.’’

Over het seizoen 2020-2021 kwam het negatieve resultaat uit op 395.000 euro. Het minimale positieve eigen vermogen dat SC Cambuur vorig jaar na tien jaar zwarte cijfers eindelijk in de boeken zag verschijnen, verdampte meteen weer. Het negatieve eigen vermogen bedraagt nu 283.000 euro. Dat is door de verkoop van 107.000 euro aan certificaten minder dan die kleine 4 ton.

De coronapandemie miste ook op Cambuur zijn uitwerking niet. Toen Van den Belt de begroting vorig jaar opstelde, ging hij ervan uit dat er per 1 januari weer in volle stadions gespeeld zou worden. Dat gebeurde niet. ,,We zijn daardoor ongelooflijk veel geld misgelopen’’, weet hij.

Losse kaartverkoop leverde niets op, horeca-inkomsten waren er nagenoeg niet en ook werden er geen evenementen in het stadion georganiseerd. ,,Ons verdienmodel was helemaal kapot’’, zegt Van den Belt.

Door gebruik te maken van de NOW- en TVL-regelingen vanuit de overheid is dat verlies grotendeels gecompenseerd. Cambuur kreeg echter ook extra onvoorziene kostenposten voor de kiezen vanwege de pandemie. Wekelijkse coronatesten bij de selectie, een tweede bus naar uitwedstrijden of extra kosten voor de live-uitzendingen van ESPN bijvoorbeeld.

Dat laatste was een bewuste keuze. De voetbalzender wilde de wedstrijden uit de eerste divisie wel allemaal live brengen, maar daar moesten de clubs op een gegeven moment voor gaan betalen. ,,Omdat een groot deel van onze supporters het geld voor de seizoenkaart niet terug hoefde, hebben we gezegd dat ze onze wedstrijden dan op televisie moesten kunnen zien.’’ Dat kostte ongeveer 10.000 euro per wedstrijd.

Mede door de overheidssteun stevende de club er toch op af om break-even te spelen. Alleen de bonus voor de spelers kwam daar nog overheen. Door het kampioenschap en de daarbij behorende promotie moest de club ongeveer 4 ton aan bonussen uitkeren.

Een aantal jaar geleden is het premiestelsel op de schop gegaan. Tot die tijd werkte Cambuur met wedstrijdpremies, waardoor het kon voorkomen dat een totaal overbodige wedstrijd aan het einde van het seizoen de club nog geld kostte.

Sindsdien wordt er alleen een bonus uitgekeerd bij het behalen van de play-offs en bij promotie (eerste divisie) of handhaving (eredivisie). Elke speler krijgt een bedrag uitgekeerd naar het aantal wedstrijden dat hij heeft gespeeld.

,,Dat bedrag is niet mee begroot’’, legt Van den Belt uit. ,,Niet te doen. Als je dat wel doet, moet je 4 ton uit je spelersbudget halen. De kans dat je dan meedoet om promotie is dan op slag een stuk kleiner.’’

Doorgaans stroomt dat bedrag automatisch wel in de clubkas. Met goede prestaties neemt het aantal bezoekers immers toe. ,,Het stadion bleef echter leeg en daardoor zijn we in de min gedoken.’’ Van den Belt neemt het voor lief. ,,Dat we gepromoveerd zijn, beschouwen we als een schitterend ongeluk. Met die scheur in de broek van 4 ton kunnen we leven.’’

De club had de kans om rode cijfers te voorkomen. Er was in de zomer concrete interesse voor twee spelers. Had de club die verkocht, dan had Van den Belt voor het elfde seizoen op rij zwarte cijfers kunnen schrijven. Er is bewust voor gekozen om dat niet te doen.

Spelers als Mees Hoedemakers en Alex Bangura maken de kans op een langer verblijf van Cambuur in de eredivisie groter. ,,We hebben vol ingezet op het bij elkaar houden van de selectie om zo de kans op handhaving te vergroten’’, legt Van den Belt uit. ,,In de eredivisie zijn onze spelers meer waard dan die paar ton.’’

Tot dusverre pakt die keuze goed uit. Cambuur staat na dertien speelronden op de zevende plaats met al 21 punten. Bovendien voetballen verschillende spelers zich wekelijks in de kijker. ,,Sinds zondag weet iedereen dat Mees Hoedemakers minimaal het FC Utrecht-niveau heeft’’, stelt Van den Belt.

Ook mannen als Alex Bangura en Roberts Uldrikis vertegenwoordigen op het veld het kapitaal van Cambuur. ,,Niet verkopen betaalt zich nu uit in punten’’, weet Van den Belt. Daarom maakt hij zich ook geen zorgen over de rode cijfers. ,,Vanwege de premies zijn we onder water gegaan, daar heb ik vrede mee. Dit krankzinnige jaar was niet te begroten.’’

De toekomst ziet hij met een gerust gevoel tegemoet. Naast het feit dat spelers flink in waarde stijgen, betekent een hoge plek op de ranglijst aan het einde van het seizoen ook extra tv-gelden. ,,Stel dat je twaalfde wordt, dan ga je daarin zo tonnen omhoog.’’
 

Bernardo

Well-known member
Pfff wat een ellende weer. 😔

 

PES5

Administrator
Forumleiding
Heel naar nieuws zeg. Een derby zonder publiek en dan ook nog zonder Henk de Jong, dat hoort niet. Sterkte aan alle betrokkenen.
 

gevegt

Well-known member
Nu is Henk altijd al een beetje gek geweest, maar dit gun je hem niet.
Veel sterkte, en hopelijk valt het mee.
 

Bernardo

Well-known member
Pff als ik Wilfred zo hoor bij Radio Veronica, word ik er wel heel droevig van. Ziet er niet goed uit. 😔
 

Bernardo

Well-known member
De financiële gevolgen voor onze club voor het spelen van een derby zonder publiek:
Deze wedstrijd stond voor 10% van de totale omzet op de begroting (2 ton van de 2 miljoen) als variabele opbrengsten (kaarten, sponsorpakketten, horeca).

Volgens van de Belt is er geen enkele duidelijkheid over compensatie (bron: podcast t hertenkamp).
 

Bernardo

Well-known member
Henk de Jong en zoon Ruben: 'Als hij nóg eens corona krijgt, kan hij wel doodgaan'

Door Reon Boeringa
In de schaduw van zijn vader Henk (57) werkte Ruben de Jong (24) bij SC Cambuur aan zijn eigen trainerscarrière, totdat hij zwaar werd getroffen corona. Dik een half jaar later laat long-COVID mentaal en fysiek diepe sporen na bij De Jong junior. ‘Afgelopen voorjaar liep ik een halve marathon, nu staat er thuis een rolstoel.’

We schrijven 30 juni jongstleden. SC Cambuur begint aan het seizoen dat in het teken staat van de langverwachte rentree in de Eredivisie. Bestuur, staf en selectie verzamelen ’s middags in de haven van Holwerd voor een driedaagse trip naar Ameland. Aan boord van de veerboot zijn ook vader en zoon Henk en Ruben de Jong. De een hoofdtrainer, publiekslieveling en clubicoon; de ander videoanalist van het eerste elftal, kersvers assistent bij de beloften ploeg, maar bovenal een talentvolle en ambitieuze trainer in spé. Als het Leeuwarder gezelschap een paar dagen later terug is aan de vaste wal en terugblikt op een geslaagde start van het seizoen, besluit Ruben de Jong in Drachten te gaan stappen met zijn vriendengroep. De nachthoreca is dan net weer geopend.


Dit interview is afgenomen enkele dagen voordat Henk de Jong zelf gezondheidsklachten kreeg. Uit daaropvolgend onderzoek bleek dat de trainer van SC Cambuur een cyste in het hoofd heeft en voorlopig zijn werkzaamheden moet neerleggen. VI heeft De Jong vervolgens voorgesteld het interview niet te publiceren, maar van dat aanbod wenste de trainer geen gebruik te maken. ‘Het verhaal van Ruben moet verteld worden.’

BESMET

Ruben: ‘Sinds het uitbreken van corona was ik niet meer op stap geweest en ook nauwelijks naar vrienden gegaan. Ik moest niet ziek worden, want dan zouden we bij Cambuur een probleem kunnen krijgen; die verantwoordelijkheid voelde ik heel sterk. Eind juni, begin juli ging de horeca weer helemaal open, met het testen-voor-toegang. Het eerste weekend had ik het nog even aangekeken met de besmettingen, dat leek mee te vallen. In het tweede weekend dacht ik: Nu ga ik een keer mee. Ik had veel vrienden lang niet gezien. Maar eenmaal binnen voelde het eigenlijk gelijk verkeerd.’

Henk: ‘De volgende morgen zei Ruben: “Dit was foute boel”. Het was alsof hij wist dat hij besmet was geraakt.’

Ruben: ‘Het was er zó druk en warm. Ik was ook al vroeg naar huis gegaan. Het was niet zo dat ik de dag erna gelijk klachten kreeg. Dat kwam een paar dagen daarna pas. Mijn ouders haalden patat en normaal eet ik dan graag mee, maar ik voelde me zo beroerd. Hoofdpijn, misselijk en hoge koorts. Ik ging op bed liggen.’

Henk: ‘Vervolgens werd Ruben positief getest. Uiteindelijk bleek dat er die avond 75 mensen in dezelfde kroeg besmet waren geraakt, klote.’

Henk: ‘Met mijn vrouw Diana en onze drie andere kinderen ben ik na Rubens positieve test het huis uit gegaan, om te voorkomen dat ook wij ziek zouden worden. We gingen naar de camping in Eernewoude, een stukje verderop.’

Ruben: ‘Ik bleef alleen thuis, mijn oma kwam langs de deur met boodschappen en ik lag op een matrasje in de woonkamer. Ik werd al snel erg ziek. Door de hoofdpijn en koorts kwam ik de trap niet eens meer op, slapen lukte ook niet. Hele nachten heb ik naar de Olympische Spelen in Tokio gekeken.’

Henk: ‘Achteraf vinden mijn vrouw en ik dat we het toen onderschat hebben. Ruben was veel zieker dan wij dachten.’

Ruben: ‘We hadden telefonisch contact, maar ik wilde niet dat ze langskwamen. Dan zouden zij immers óók ziek kunnen worden.’

Henk: ‘Toch vind ik dat we het niet goed hebben gedaan. Onze eerste gedachte was: We moeten weg met het gezin, voorkomen dat we allemáál zo ziek worden.’

Ruben de Jong: ‘Ik kreeg zelf heel moeilijk lucht, kon helemaal niets meer’

Ruben: ‘Misschien hadden we beter eerder naar het ziekenhuis kunnen gaan. Maar dat is achteraf praten.’

Henk: ‘Na anderhalve week heb ik tegen mijn vrouw gezegd: Blijf jij maar met de kinderen op de camping, ik ga naar Ruben. Ik dacht: Dan word ik maar ziek, dan kom ik niet meer naar de club, maar ik móét nu naar huis.’

Ruben: ‘Ik werd ook angstig, want ik hoorde natuurlijk verhalen over mensen die naar het ziekenhuis moesten. Ik kreeg zelf heel moeilijk lucht, kon helemaal niets meer. Je weet niet hoe het met je gaat aflopen.’

Henk: ‘Toen ik thuiskwam, schrok ik me rot. Het was verschrikkelijk, zo ziek was hij. Nu denken we inderdaad weleens: Waren we maar eerder naar een arts gegaan. Toen dachten we: Ruben is jong, fit, die komt er op eigen kracht wel doorheen.’

LONG-COVID

Het loopt anders. Wekenlang is de oudste zoon des huizes hondsberoerd. De koorts houdt uiteindelijk bijna twee maanden aan. Artsen maken zich zorgen en schrijven hem sterke medicijnen voor om de koorts eronder te krijgen en ervoor te zorgen dat hij niet nog verder verzwakt raakt.

Ruben: ‘Toch drong bij mij nog niet door dat het echt menens was. Dat accepteerde ik ook gewoon niet. We hadden met Cambuur twee jaar naar de Eredivisie toegewerkt. Nu we er waren, wilde ik erbij zijn, mijn steentje bijdragen. Op veel dagen dacht ik: Vanaf nu zal het wel beter gaan. Dan ging ik een stukje lopen of fietsen, maar was ik vervolgens weer helemaal gesloopt.’

Henk de Jong en zoon Ruben. 'Als ik soms mensen hoor praten..."Het is maar een griepje", zeggen ze dan. Dat stuit me gewoon tegen de borst.'

Henk: ‘Hij wilde gewoon niet toegeven aan de ziekte, hij liet ook vaak niet merken hoe hij zich voelde.’

Ruben: ‘De eerste paar wedstrijden van dit seizoen ben ik ook gewoon naar het stadion gegaan. Tegen beter weten in eigenlijk.’

Henk: ‘Toen ging je dwars doormidden.’

Ruben: ‘Ik voelde me verplicht, er was niemand anders die mijn werk kon overnemen op dat moment. Maar het kon gewoon niet, na een half uurtje was ik kapot. Het kostte me heel veel moeite dat toe te geven, aan mezelf en aan mijn vader. Toen ik hem moest bellen om te zeggen dat het echt niet ging, werd ik heel emotioneel. Ik wilde beter worden en helpen, maar het voelde alsof ik faalde.’

Henk: ‘Dat was echt heel erg en zo ontzettend sneu voor Ruben. Je kind belt en zegt dat hij gewoon niet meer kan. Dat kwam wel aan. Toen drong ook door hoe ernstig het was. Ruben is een jongen die altijd doorgaat. Zijn arts schreef later ook dat je aan Ruben niet kunt zien hoe ziek hij is. Gelukkig heeft hij een fantastische arts, Bennie Reitsma van het ziekenhuis Nij Smellinghe. Voor Ruben en voor ons als ouders is hij een geweldige steun.’

Ruben: ‘Hij belde me laatst ’s avonds in zijn eigen tijd op, om te vragen hoe het met me was. Dat heb ik heel erg gewaardeerd. Veel van mijn klachten zijn heel vaag en moeilijk te achterhalen, dan is het fijn als je een arts hebt die zo betrokken is.’

Henk: ‘Ze zijn er na een fysieke test achter gekomen hoe erg hij eraan toe is. Hij moest fietsen met 2 watt weerstand, dat is als een licht briesje. Binnen een minuut was hij compleet verzuurd.’

Uiteindelijk kwam uit die test dat ik nu de conditie van een 85-jarige heb. Dat hakt er wel in. Ruim een half jaar geleden liep ik nog een halve marathon.’

Henk: ‘Ruben was na die test in eerste instantie hartstikke trots. Hij had alles gegeven en zat er helemaal doorheen. Vervolgens krijg je te horen dat een vrouw van tachtig nog verder kan lopen dan jij. Nu ik het vertel, lachen we er samen om. Dat moet ook maar. Zeuren heeft geen zin, we blijven positief denken, maar het is natuurlijk dramatisch.’

Ruben: ‘Om te revalideren ging ik in eerste instantie naar een fysiotherapeut, maar dat was te intensief. De oefeningen waren zó zwaar dat ik er ziek van werd. Wel heb ik een apparaatje dat astmapatiënten ook hebben, dat van die pufjes geeft. Dat helpt me flink, want daardoor kan ik nu gewoon praten. Als ik dat niet gebruik, zit ik alleen maar te hoesten.’

Henk: ‘Ruben is op dit moment heel afhankelijk. Fietsen is veel te zwaar, maar hij kan ook niet autorijden. Dan gaat het in zijn hoofd verkeerd en vliegt hij de stoepranden op.’

Ruben: ‘Dan krijg ik een soort mist in mijn hoofd, dat is een klacht die ook officieel bij long-COVID hoort. Als er te veel prikkels om me heen zijn, dan wordt mijn zicht wazig. Daardoor kom ik eigenlijk nergens meer, dat maakt het wel erg moeilijk. Toen ik voor het eerst die mist kreeg, dacht ik dat ik gek werd. Waar het vandaan komt weten de artsen nog niet zeker. Het zou door aantasting van het zenuwstelsel kunnen komen, dat zou ook kunnen verklaren dat ik in het begin van mijn ziekte amper kon slapen, maar daar is nog niet veel over bekend.’

Henk: ‘Om hem iets meer bewegingsvrijheid te geven, heeft hij nu een rolstoel thuis. Laatst zag ik hem erin zitten. Hij had een petje op, het was net alsof mijn zoon die ene ziekte heeft. Mijn vrouw en ik schrokken ervan.’

Die rolstoel was een heel grote stap, confronterend vooral

Ruben: ‘Die rolstoel hadden we geregeld zodat ik een cadeautje voor mijn moeders verjaardag kon kopen. Als ik was gaan lopen, was ik na één winkel al kapot geweest. Ik heb besloten de rolstoel te houden, want dan kan ik een keer naar de stad of het bos. Dat zijn dingen waar ik energie van krijg. Het was alleen wel een heel grote stap, confronterend vooral. Als je in een rolstoel zit, ziet iedereen dat er iets met je aan de hand is. Daarom deed ik dat petje op, ik hoopte dat niemand me zag. Ik schaamde me een beetje.’

PASSIE

Ruben de Jong kreeg de passie voor voetbal thuis met de paplepel ingegoten. Toen hij een jaar of tien was, stond hij elke wedstrijd langs de lijn bij Harkemase Boys, waarmee zijn vader destijds furore maakte in de top van het amateurvoetbal. Ook thuis was het voetbal dat de klok slaat.

Ruben: ‘Mijn moeder werd er soms gek van. Als we op televisie voetbal keken, wees mijn vader me altijd op tactische dingetjes. Op een gegeven moment keken we samen alleen nog maar voetbal. Zóveel dat het FOX Sports-logo op een gegeven moment in het televisiescherm stond gebrand. Mijn moeder wilde die tv niet meer in huis hebben en inmiddels staat-ie bij mij. Zelf voetballen vond ik ook heel leuk. Ik zat bij Drachtster Boys, maar had veel last van knieblessures en ben al jong twee keer geopereerd. Daardoor is het training geven al vroeg begonnen.’

Henk: ‘Ook ik ben ook al jong trainer geworden door een knieblessure, dat is wel een grappige gelijkenis. Ik herken veel van mezelf in Ruben. Hij weet hoe hij met mensen moet omgaan, hoe hij ze kan raken en een boodschap moet overbrengen. Toen ik bij De Graafschap zat, is het voor Ruben een beetje serieus geworden, toen mocht hij stage lopen bij Peter Hofstede. Later heeft Gerald van den Belt hem benaderd namens Cambuur.’

Ruben: ‘Ze gaven me een laptop en ik kreeg de kans spelers en wedstrijden te analyseren. Ik vond het fantastisch, zo is het allemaal begonnen. Later dat jaar kwam ook mijn vader weer naar Cambuur.’

Henk de Jong: ‘Het is wel uniek, hoor, als vader en zoon samen in de trainerskamer. Maar niemand merkte er iets van’

Henk: ‘Uiteindelijk heeft Sandor van der Heide hem op sleeptouw genomen, die heeft hem als het ware een jaar lang ingewerkt. Toen Sandor vervolgens ziek werd, heeft Ruben het eigenlijk een-op-een van hem overgenomen.’

Ruben: ‘Sandor en ik hadden een heel goede klik, we konden over alles praten en hij heeft me ontzettend veel geleerd. Terwijl de rest op het trainingsveld stond, keken wij samen naar beelden en dan legde hij me op het tactiekbord precies uit wat er gebeurde. Daar heb ik enorm van genoten. Ik vond het heel jammer dat hij uiteindelijk wegviel, maar we hebben nog steeds contact.’

Henk: ‘Het is wel uniek, hoor, als vader en zoon samen in de trainerskamer. Maar niemand merkte er iets van. Na een paar maanden kwam Issa Kallon naar me toe en zei helemaal verbaasd: “Trainer, is Ruben echt uw zoon?” Op de club zijn we namelijk gewoon collega’s. Vorig jaar gingen we ook in de zomer een paar dagen naar Ameland. De technische staf ging een avondje stappen, ik bleef achter in het hotel. Ruben dus met mannen als Pascal Bosschaart en Martijn Barto de kroeg in. En denk maar niet dat hij mij na afloop iets vertelt. Zo hoort het ook.’

VACCINATIE

Door de ziekte van zijn zoon is Henk de Jong anders gaan kijken naar de maatschappelijke discussie over corona en vaccineren, die ook bij Cambuur regelmatig wordt gevoerd.

Henk: ‘Een paar spelers in mijn selectie zijn niet gevaccineerd. Ze moesten eens weten wat ze allemaal in de waagschaal leggen. Doordat Ruben ernstig ziek is door corona, ben ik een periode best bot geweest tegen die jongens: Potverdomme, je moet gewoon die prikken nemen! Daar ben ik maar mee opgehouden, want je krijgt er alleen maar gedoe van. Aan de andere kant wil ik mijn ervaringen en bezorgdheid er haast wel bij ze in drúkken. Dat moet ik niet doen en ik doe het ook niet, maar het is gewoon bezorgdheid.'

Eén keer in de zoveel tijd roep ik de jongens even bij me. Dan vertel ik hoe het met Ruben gaat en vraag ik uiteindelijk heel kalm of ze de vaccinatie nog eens willen overwegen

'Mijn kind was hartstikke fit, kon kilometers hardlopen en is nu zó ontzettend zwak en ziek. Die jongens denken dat ze tegen corona bestand zijn, maar als ze het zo krijgen als Ruben, is het gewoon einde carrière. Die longen krijg je nooit meer op topsportniveau. Eén keer in de zoveel tijd roep ik de jongens even bij me. Dan vertel ik hoe het met Ruben gaat en vraag ik uiteindelijk heel kalm of ze de vaccinatie nog eens willen overwegen. Want ik ben stapelgek met ze en wil niet dat ze ziek worden.’


Ruben: ‘Ik heb lang nagedacht of ik dit verhaal wilde vertellen, het is namelijk voor mezelf geen pretje. Heel veel mensen weten ook niet dat ik zo ziek ben en dat ik er emotioneel soms moeite mee heb. Maar ik lees en hoor soms wat mensen over corona zeggen en denken. Ik ken een man die elke dag heel rare dingen over corona op Twitter zet. Misschien dat hij door dit verhaal er nog eens over nadenkt.’

Henk: ‘Als ik soms mensen hoor praten… “Het is maar een griepje”, zeggen ze dan. Dat stuit me gewoon tegen de borst. Die praten wel anders als zij een naaste hebben die ernstig ziek is. Daarom is het ook goed dat we dit verhaal vertellen.’

PERSPECTIEF

Midden in de corona-crisis veranderde er nogal wat voor het gezin. Met hun drie jongste kinderen verhuisden Henk en Diana de Jong naar het Friese platteland. Ruben kreeg juist de sleutel van zijn al eerder aangeschafte woning in Drachten. Dankzij hulp van familieleden kon de verhuizing uiteindelijk doorgang vinden, maar Ruben is nog vaak in zijn ouderlijk huis te vinden. Binnenkort hoopt hij met zijn arts een plan voor herstel te maken, mogelijk in een revalidatiekliniek.

Ruben: ‘Mijn vriendin en familie helpen me nu thuis met de dingen die ik niet zelf kan, zoals schoonmaken en boodschappen doen. Koken doe ik wél zelf, dat vind ik leuk. Maar het is ook gewoon fijn bij mijn ouders, broertjes en zusje te zijn. Ondanks alles kijk ik heel positief naar de toekomst. Ik geniet van de wedstrijden van Cambuur en er zijn veel dingen om naar uit te kijken. Ik wil me bijvoorbeeld verder ontwikkelen in het analyseren van spelers en ik heb ook heel veel zin om uiteindelijk weer te gaan sporten. Vanuit de club word ik enorm gesteund. Ard de Graaf, Gerald van den Belt en Foeke Booy (respectievelijk algemeen directeur, financieel directeur en technisch manager, red.) houden me betrokken door me af en toe te bellen om even over voetbal te praten. Dat voelt heel erg goed.’

Henk: ‘Ruben moet van ver komen, maar we zijn positief over zijn herstel en tegelijkertijd hartstikke voorzichtig. Soms denk ik: Wat als hij nóg een keer corona krijgt? Dan kan hij wel doodgaan. Maar uiteindelijk moet hij weer tegenover me zitten in de trainerskamer. Hij hoort erbij.’

De kracht van Henk en Ruben de Jong

Een paar weken geleden had ik een afspraak met Henk de Jong en zijn zoon Ruben voor een interview dat in ons Kerstnummer zou verschijnen. Het onderwerp was allesbehalve luchtig. Ruben (24) werd afgelopen zomer getroffen door corona en sindsdien staat zijn leven op zijn kop. Liep hij kort voor zijn infectie een halve marathon; inmiddels kan hij zonder rolstoel amper de deur meer uit. Zijn werk bij SC Cambuur, als video-analist en assistent-trainer bij de beloften, kan hij al maanden niet meer uitvoeren.

Vader en zoon hadden een poosje getwijfeld of ze dit persoonlijke verhaal met de wereld wilden delen. Het argument dat voor hen uiteindelijk de doorslag had gegeven om het wél te vertellen, is omdat ze hopen dat het mensen de ogen zou openen, waardoor een ander wellicht het lot van Ruben bespaard zou blijven.

Het vertellen van het verhaal riep bij vader en zoon de nodige emoties op. Toch kreeg neerslachtigheid tijdens het gesprek geen moment de overhand. Henk bleek zijn optimistische en energieke levenshouding een op een te hebben doorgegeven aan Ruben. Hij mocht dan wel compleet gevloerd zijn door long-COVID: van klagen was nog nooit iemand beter geworden en dat deed hij dus ook niet. Een paar dagen later voelde Henk zich niet helemaal lekker. Hij ging naar huis en toen de klachten niet minder werden, verwees de dokter hem door naar het ziekenhuis. Onderzoek wees uit dat er een cyste in zijn hoofd zit.

Henk zat niet bij de pakken neer. Hij belde na een paar dagen op om te zeggen dat het interview met hem en Ruben gewoon geplaatst moest worden. De gevolgen van zijn ziekte beschouwde hij aan de telefoon vooral vanuit het perspectief van anderen. Trainen is zijn lust en zijn leven, Cambuur is zijn club. Om zijn jongens los te moeten laten – juist nu het zo goed gaat – viel hem ontzettend zwaar. ‘Het is wel even een tik’, zei hij, voordat hij zichzelf herpakte. ‘Maar ook al gaat het even duren, ik kom er wel weer bovenop.’

Eigenlijk moet hij rust houden, maar toch liet hij sindsdien nog een paar keer van zich horen. Henk kon het gewoon niet laten. Hij moest zijn jongens gewoon even zien in de aanloop naar de derby tegen SC Heerenveen. Een paar dagen kwam hij weer in de ether, om alles en iedereen te bedanken voor de steunbetuigingen die hij heeft ontvangen. Net als Ruben zit Henk thuis, onzeker over wat de toekomst brengt. Ondanks de grote persoonlijke tegenslagen die hen ten deel zijn gevallen, zijn ze hun energie, optimisme en het oog voor de ander niet verloren. Dat is iets waar iedereen in deze tijd zijn eigen inspiratie uit kan putten.
 

Reinoud

Well-known member
Weet niet wat beleid is, maar een heel interview - uit in dit geval de VI - te delen lijkt mij toch niet de bedoeling
 
Bovenaan