Deze week overleed een plakplaatjesicoon die geen introductie of toelichting behoeft. Daarom is het ook een icoon. Het draagt bij aan mijmeringen op een leeftijd dat je je voetbaljeugd opnieuw aan je voorbij ziet trekken. Hoe ouder je qua kalenderleeftijd wordt des te meer dringt besef door.
Plakplaatjesheden komen tot leven.
In de ‘roaring sixties twisten het ‘arbeiderische’ en ‘pauperische’ in blauw en wit gestoken Zwolsche Boys en de ‘ambtelijke’ groenzwarten van PEC om de gunsten van de plaatselijke bevolking. In de schaduw van het elitaire ZAC.
Plaats van handeling is bijna zonder uitzondering de onderste regionen van de tweede klasse A. Tegenstanders zijn clubs als Tubantia, Zaanstreek, RCH, ZFC, Cambuur en EDO.
Totdat Feijenoord komt. In 1965.
Het is het tijdsbeeld van Phil Bloom, John Lennon & Yoko Ono, de bezetting van het Maagdenhuis, het witte fietsenplan van de provo’s, de Rolling Stones in het Kurhaus, het huwelijk van Beatrix en Claus, van met de slee in de winter de Suukerbulte af én van ondeugende Zwolse jongetjes.
Aan de Ceintuurbaan in de adembenemend mooie Hanzestad Zwolle ligt het Gemeentelijk Sportpark tegenover het vermaarde openluchtbad en de oud-Hollandsche achtkantige windoliemolen De Passiebloem.
In het verleden wisselden Zwolsche Boys en PEC stuivertje met De Vrolijkheid en het Gemeentelijk Sportpark als het om hun thuishaven ging. Het Gemeentelijk Sportpark, in de volksmond vaker De Ceintuurbaan genoemd, was talloze malen het toneel van bittere confrontaties tussen de zich altijd achtergesteld voelende en verongelijkte arbeidersclub Zwolsche Boys en het met de met ambtenarij en lokale middenstand flirtende PEC.
In 1968 kwamen de zaterdagvoetbalgrootmachten WHC uit Wezep en Go Ahead uit Kampen naar Zwolle om op het Gemeentelijk Sportpark het afdelingskampioenschap te beslechten. Het was een bloedhete zomermiddag. Daarvan waren maar liefst 11.500 toeschouwers getuige, een aantal dat sindsdien nooit meer is gehaald bij een wedstrijd tussen twee amateurverenigingen. (inmiddels achterhaald)
In die tijd zou de Joegoslavische wereldvoetballer Ivica Osim, de ‘Strauss van Serajevo, er namens Zwolsche Boys zijn veters strikken om zijn opwachting te maken tegen SC Gooiland uit Hilversum. Namens PEC waren onder ander René IJzerman, Pepe Fernandez en Klaas Drost te bewonderen op de grasmat tegenover de oud-Hollandsche achtkantige windoliemolen De Passiebloem. We hebben het hier over historische grond.
Tot circa 1982 omzoomden lage en onoverdekte staantribunes, opgetrokken uit spoorwegbielzen en fijngemalen grint, vier zijden van het veld, slechts ter hoogte van de middellijn onderbroken door een prachtige hoofdtribune met een pagodedak en een houten interieur.
We gaan terug naar 1965 toen chocolademelk nog van cacao werd gemaakt, de haartjes van ondeugende Zwolse jongetjes nog nat waren , net als hun oren, kinderen hun nog niet gescheiden ouders met ‘U’ aanspraken en je bij 10 graden onder nul gewoon schaatste op de Weezenlanden. Zonder handschoenen. Zwolse jongetjes waren bikkels die pas thuis, buiten het zicht van hun vriendjes, thuis pas begonnen te huilen om hun tintelende vingers onder de oksels van hun toen nog getrouwde moeder. Getrouwd zijn en blijven was toen ouderwets.
De Zwolsche Courant, uitgegeven door de Erven J.J. Tijl, bestaat in 1965 175 jaar en dat is aanleiding voor de nodige festiviteiten. Hoogtepunt is de komst van het beroemde Feijenoord dat in het seizoen 1964/65 er als eerste vaderlandse club in slaagde om zowel het landskampioenschap als de KNVB-beker te veroveren. Feijenoord is dan allang in de harten van alle Nederlanders gesloten na onder andere de heldhaftige Europese escapades tegen Benfica in 1964. Feijenoord is een tot de verbeelding sprekend fenomeen, nog eens uitvergroot door het ontbreken van de magie van tv en internet.
In 1965 komen de plakplaatjeshelden van menig Zwols jongetje tot leven. Het is het gesprek van de dag op alle schoolpleinen. Waar de ondeugende jongetjes uit de prachtige Hanzestad het tweewekelijks moeten doen met Zwolsche Boys, PEC en ZAC komen ze plots oog in oog met plakplaatjeshelden. Eddy Pieters Graafland, Piet Romeyn, Hans Kraay, Cor Veldhoen, Thijs Libregts, Guus Haak, Coen Moulijn, Piet Vrauwdeunt, Piet Kruiver, Hans Venneker, Henk Groot , Kick van der Vall en Frans Bouwmeester.
Het Gemeentelijk Sportpark aan de Ceintuurbaan wordt in aanloop naar het treffen met het Duitse Meidericher SV, de voorloper van MSV Duisburg, omgetoverd tot een heus stadionnetje. Van de plaatselijke groenteveiling worden duizenden sinaasappelkistjes overgebracht naar De Ceintuurbaan. Achter de lage staantribunes worden door tractors open opleggers geplaatst waarop de toeschouwers plaats kunnen nemen.
Zwolle was op woensdag 16 juni 1965 een avond lang het epicentrum van de voetbalwereld. Zo voelde dat aan voor Zwolse jongetjes. Bijna 14.000 toeschouwers, een absoluut record voor Zwolse begrippen, maakten ‘kennis met zowat alle facetten van het professionele voetbal, variërend van verrukkelijke staaltjes balbehandeling en vernuftig combinatiespel, gebaseerd op een voortreffelijke techniek’. Al twee uur voor de wedstrijd was het Gemeentelijk Sportpark afgeladen. De aanwezigen genoten in de gestaag vallende regen van opvoeringen van ondere de majorette- en fanfarekorpsen Voorwaarts en Jong Jubal.
Het werd een 3-2 overwinning voor Feijenoord. Het nam daarmee revanche voor de in 1964 geleden 3-1 nederlaag tegen de West-Duitsers. ‘Misschien had alles bij elkaar gerekend een onbesliste score de verhouding beter weergegeven maar totaliserend had Feijenoord toch een surplus’. Daar waren alle Zwolse jongetjes het roerend mee eens op donderdag 17 juni 1965. De Zwolse jongetjes stootten elkaar eens flink aan. Dit was toch wel wat andere koek dan Zwolsche Boys en PEC. Wie de eindrangschikking van de 2de divisie A van 1964-1965 bekijkt begrijpt ogenblikkelijk wat wordt bedoeld.