Er is beeld van Henrico Drost van NAC, vlak na de degradatie. De interviewer: 'Henrico, het is je aan te zien. Degraderen doet pijn.' De man kan geen antwoord geven en loopt huilend uit beeld. Hi-la-ri-teit in de studio. En nog een keer het filmpje.
Dat wijvenlachje van Gijp, de blik van Derksen, de matig acterende regisseur Genee die zich afvraagt of er nog een derde poging is gedaan. Gijp zit zo onder de pillen dat hij zelfs de vierde keer nog niet doorheeft dat telkens hetzelfde filmpje wordt getoond. 'Stelt hij weer dezelfde vraag? Dat kan toch niet?'
Drost wordt tot vijf keer toe opgevoerd. Totdat zelfs het klapvee in de studio niet meer lacht. Dit deed VI eerder: de tranen van Toine van Peperstraten, de val van Blatter van een podium.
De kracht van herhaling - als trucje. Een sporter is net gedegradeerd en is daar kapot van. Een dag later wordt hij opgevoerd in een programma dat alleen nog bestaat om het volgende boek van Michel van Egmond en uitgever Johan Derksen te verkopen. Het is de hoer die grappen maakt over de rug van een eenvoudige scharrelaar.