SC Cambuur is klaar voor de toekomst: 'We kunnen blijven wie we zijn'
Na een periode vol onzekerheid heeft SC Cambuur de komst van een nieuw stadion weer als stip aan de horizon staan. ‘Het is voor de club een heel hete zomer geweest.’
‘Als ik aan mensen duidelijk wil maken hoe belangrijk het nieuwe stadion voor ons is, laat ik deze beelden altijd zien.’ SC Cambuur-directeur Gerald van den Belt tovert op zijn laptop foto’s tevoorschijn die niet zouden misstaan in de collectie van een groundhopper met een voorliefde voor Oost-Europese stadions waar sinds de val van De Muur niet meer naar is omgekeken. Met als belangrijk verschil dat d?ze voetbaltempel nog volop in gebruik is ?n in een Nederlandse provinciehoofdstad staat. ‘Kijk nou, dit is onze VIP-parkeerplaats’, wijst Van den Belt op een stuk asfalt vol putten en kuilen. Daarna volgt een foto van wat willekeurig neergekwakte dixies op een moddervlakte. ‘De toiletvoorziening voor onze gasten’, legt Van den Belt uit. Vervolgens komen er beelden langs van half vergane jarenzestig-urinoirs en rijen tribunestoelen die bij elke regenbui de volle laag krijgen. ‘Toen wij in de Eredivisie speelden, hoorden we van iedereen dat het hier zo mooi was, heel puur en oorspronkelijk. Maar als je hier bij daglicht een rondje door het stadion maakt, dan is er niks cults aan. Het is gewoon een erbarmelijke toestand.’
‘Als je bij daglicht een rondje door het stadion maakt, dan is er niks cults aan. Het is gewoon erbarmelijk’
Het Dossier Stadion ligt in Leeuwarden al jaren op tafel, want dat Cambuurs thuishaven diep in extra tijd is beland, ziet zelfs de grootste romanticus. De club speelt al bijna honderd jaar op dezelfde locatie in de gelijknamige volkswijk. Het huidige stadion kreeg vorm in de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig. Tal van opties voor een nieuw onderkomen passeerden in de loop der jaren de revue: nieuwbouw op het huidige terrein, een plek ten zuiden van de stad en een locatie in Leeuwarden-West. Maar de plannen kwamen nooit van de grond, met de toestand van Cambuur – de Friese club flirtte een paar keer met een faillissement – als oorzaak ?n gevolg. Vorig jaar kwam er eindelijk een doorbraak. Althans, zo leek het. De gemeente stemde in met de plannen van Cambuur in 2021 te verhuizen naar een stadion in het westen van de stad. De club stak de vlag uit, maar dat bleek te vroeg gejuicht. Want begin dit jaar dreigde het toekomstperspectief als een kaartenhuis in elkaar te storten. Ontwikkelaars en gemeente ruzieden over de kosten voor parkeervoorzieningen, een scholengemeenschap dreigde zich als gevolg van de vertraging terug te trekken en de komst van een megabouwmarkt elders in de stad zorgde ervoor dat de bouwmarkt die zich wilde vestigen in het stadiongebied ook zijn toezeggingen heroverwoog.
Daarmee kwam de toekomst van Cambuur in gevaar; het afketsen van de plannen had de club tien jaar terug in de tijd geworpen en het aanblijven van de murw gebeukte directie bestaande uit Van den Belt en Ard de Graaf zeer twijfelachtig gemaakt. Maar het schip werd net op tijd vlotgetrokken, eind juli werden vervolgens de aangepaste plannen voor het project in Leeuwarden-West opnieuw goedgekeurd door de gemeenteraad.
‘Vorig jaar leek alles al helemaal goed te zitten, maar er zijn problemen ontstaan die een kettingreactie veroorzaakten. Het is daardoor voor de club een heel hete zomer geweest’, blikt Van den Belt terug. ‘Ik ben optimistisch ingesteld, maar er zijn momenten geweest waarop ik dacht: Dit wordt fifty-fifty. Over de kansen die dit hele project aan de stad en de regio biedt, heb ik nooit twijfels gehad, ik kon me niet voorstellen dat het op de inhoud kapot zou gaan. Alleen merkte ik deze zomer dat er een soort projectmoeheid ontstond, door die hele keten van problemen die in korte tijd was ontstaan. Daardoor heeft het echt op losse schroeven gestaan. Ik had er niet aan moeten denken dat we helemaal opnieuw hadden moeten beginnen. Er was vast wel weer een nieuw plan gekomen, maar dat hadden andere mensen moeten verzinnen. Bij mij was het dan op geweest.’
‘Het heeft echt op losse schroeven gestaan’
Al toen Van den Belt in 2009 aan zijn eerste periode bij Cambuur begon, stond een nieuw stadion boven aan het prioriteitenlijstje. De club die door menigeen wordt betiteld als slapende reus, kan in haar huidige onderkomen immers nooit ontwaken. Meer dan een begroting van ruim vijf miljoen euro kan Cambuur niet genereren in de Eerste Divisie. In de Eredivisie ligt het plafond rond de zeven miljoen euro. Dat lijkt niet zo gek; het is ongeveer het budget waarmee Excelsior en VVV-Venlo dit seizoen werken op het hoogste niveau. Maar waar die clubs dat bedrag bereiken met enkele duizenden toeschouwers per wedstrijd, tikt Cambuur de zeven miljoen pas aan als het in de Eredivisie al zijn tienduizend stoeltjes zeventien keer op rij uitverkoopt.
‘Elke week die we hier doorbrengen is geen stilstand, maar achteruitgang’, stelt Van den Belt. ‘Terwijl wij hier zitten en wachten op een nieuw stadion, zien we het voetballandschap in rap tempo veranderen. De drie degradanten plus NEC die de verhoudingen in de Eerste Divisie op z’n kop zetten. Go Ahead Eagles schurkt daartegenaan en dan heb je nog clubs met privaat geld die grote plannen hebben, zoals Almere City en FC Den Bosch. Daar komt dan die discussie over de eventuele inkrimping van de Eredivisie nog eens bij. Dat is allemaal knap frustrerend, helemaal toen het toekomstperspectief dat wij voor ogen hadden in duigen dreigde te vallen.’
Maar vorige maand kwam voor Cambuur het – nu dan echt – verlossende woord. De gemeenteraad stemde in met het aangepaste stadionplan, dat deel uitmaakt van een grootschalige herontwikkeling van het WTC-gebied in Leeuwarden-West. ‘Alle partijen hebben zich opnieuw gecommitteerd en hier en daar concessies gedaan’, legt Van den Belt uit. ‘Er komen nog een paar juridische hobbels aan, maar dat zijn vooral politieke processen die hun beloop moeten krijgen. Inhoudelijk is het een dichtgetimmerd plan waaraan de gemeente en provincie hun steun hebben toegezegd.’ Dus nu kan de vlag echt uit aan het Cambuurplein? Van den Belt kiest zijn woorden zorgvuldig. ‘Dat zou je wel zeggen, maar na de gebeurtenissen van de afgelopen maanden valt deze hele last pas van mijn schouders als de bouw begint. Laten we zeggen: 98 procent zeker.’
RAMPSCENARIO
Daarmee is voor SC Cambuur een rampscenario voorkomen. ‘Bij de begroting die wij deze zomer hebben ingediend bij de KNVB, hebben we twee sporen aangegeven’, vertelt Van den Belt. ‘Spoor 1 was het scenario van het nieuwe stadion. Daarin werken we dit seizoen met een begroting van 5,3 miljoen, houden we onze organisatie en het spelersbudget intact, en zijn we redelijk ambitieus in ons verdienmodel. Spoor 2 was het afketsen van het stadion. Dan hadden we deze maand met de botte bijl rond moeten gaan in de organisatie. Dat had consequenties gehad voor iedereen; voor het spelersbudget en het personeel. Want dan hadden we moeten voorsorteren op een daling van inkomsten, dan waren we de komende jaren teruggegaan richting de begroting waarmee we werkten toen ik hier kwam. Dan heb je het over 3,5 miljoen en een spelersbudget van ??n miljoen, waarmee je bij de onderste vijf van de Eerste Divisie speelt. Dus de doorgang van het stadion is enorm belangrijk. We kunnen blijven wie we zijn.’
Ook maakt het perspectief van een nieuw stadion met alle kansen van dien de club onafhankelijker. ‘We hebben het hier weleens over een situatie gehad die nu bij FC Den Bosch is ontstaan. Dus: de club verkopen aan iemand om competitief te blijven. Dat had absoluut niet onze voorkeur, we blijven liever op deze manier meedoen. Maar wanneer wij de afgelopen maand slecht nieuws hadden gekregen, dan hadden we wel serieus naar dat idee moeten gaan kijken. Dan waren wij misschien ook een FC Den Bosch geworden. Laten we hopen dat zoiets nooit hoeft te gebeuren, want dat past niet bij het DNA van Cambuur.’
De opgelopen vertraging betekent wel dat de oorspronkelijke doelstelling – verhuizen halverwege het seizoen 2020/21 – niet meer haalbaar is. De club verwacht in de zomer van 2021 te verkassen naar Leeuwarden-West, waar de komende jaren een stadion met vijftienduizend stoeltjes, een hybride grasmat en skyboxen op de lange en korte zijde verrijst. Daarmee wordt Cambuur financieel en sportief toekomstbestendig, maar hoe voorkomt de club dat de rauwe en pure voetbalsfeer op de oude locatie achterblijft, zoals AZ en FC Groningen overkwam?
‘We hebben een achterban die ons in dat opzicht met de neus op de feiten drukt’, weet Van den Belt. ‘Er is een stadioncommissie met supporters daarin uit alle geledingen. Door hun input ga je bij ons een stadion met vier tribunes zien. Niet zo’n rondje, wat je tegenwoordig overal ziet. De fans willen het echte Cambuur-gevoel meenemen naar de andere kant van de stad, dus dan kom je bij uit vier tribunes. Die worden onderling wel verbonden, maar gevoelsmatig en visueel zullen het er vier zijn. Een ander voorbeeld: er komen gewoon lichtmasten, dus geen verlichting op het dak van het stadion. En mensen willen van de buitenkant kunnen zien dat het een voetbalstadion is, daarom komen er doorkijkjes naar het veld.’
GELE ENCLAVE
In de Nederlandse voetbalatlas is de stad Leeuwarden in Friesland met een paar omliggende dorpen een gele enclave in een blauwe SC Heerenveen-zee. Bij de provinciegenoot loopt het stadion echter al jaren gestaag leeg. Kan Cambuur in een nieuw onderkomen over de stadsgrenzen kijken en de aanval openen op de buurman uit Zuid-Friesland?
‘Dat denk ik wel’, vertelt Van den Belt. ‘Dan heb ik het niet over fanatieke supporters die we voor ons gaan winnen, maar over de grote middengroep. Voor mensen die het stadionbezoek als een avondje uit zien. Die groep mensen missen we in dit stadion volledig, die kunnen we nog niet eens voor ??n procent bedienen. Als jij een keer je vrouw wilt meenemen naar Cambuur, moet je thuis zeggen: Drink een fles water, neem nog even wat te eten en ga daarna nog even goed op de wc zitten. Want iets te eten of drinken halen is bij ons bijna onmogelijk en naar de wc gaan wil je hier niemand aandoen, dat is verschrikkelijk. Dus dat soort mensen komen niet, die bekijken de samenvatting wel op televisie. Maar in een nieuw stadion kunnen we die veel bredere groep w?l bereiken, de potentie van de club is enorm.’
‘In de Eerste Divisie trekken we nu zeven- ? achtduizend supporters. Onderzoeken wijzen uit dat we in een nieuw stadion richting de tienduizend zullen gaan. In de Eredivisie is de potentie van vijftienduizend supporters er zeker, door die andere toeschouwer die we gaan aantrekken. Dat heb ik zelf ook ervaren in Zwolle, toen we daar een nieuw stadion neerzetten. We gingen naar tienduizend plaatsen, terwijl we in de subtop van de Eerste Divisie soms maar drieduizend supporters trokken. Iedereen verklaarde ons voor gek, maar toen het nieuwe stadion er eenmaal was, verdubbelden we onze aantallen puur en alleen door de moderne faciliteiten waarmee we een ander soort supporter aantrokken. Als je bij een nieuw stadion financieel normaal doet en op een goede plek bouwt, dan groeit je aanwas. Wij gaan wel naar een andere plek in de stad, maar niet naar een kaal industrieterrein. Het is nog steeds op loopafstand van het centrum.’
Cambuur wil in zijn nieuwe thuishaven uitgroeien tot een stabiele Eredivisionist, ? la PEC Zwolle en Heracles Almelo. Maar wat als de Eredivisie inkrimpt en de club nog jarenlang is veroordeeld tot het tweede niveau? ‘Dat is financieel geen probleem, ook in de Eerste Divisie kunnen we dit stadion betalen’, zegt Van den Belt. ‘Het concept is gewoon erg goed. Onze stadion-lasten zijn nu ruim twee ton, dat wordt vierenhalve ton. Een verdubbeling dus, maar wat krijgen we daarvoor terug? Dertig skyboxen, een zee aan commerci?le ruimte en de wereld aan mogelijkheden. Ons verdienmodel wordt vervijfvoudigd. Het heeft even geduurd, maar daarmee is deze club eindelijk klaar voor de toekomst.’
VI