1. Bundesliga

JMD

Well-known member
Leverkusen - Bayern is bezig. Dat is de nummer 2 tegen 1 bij aanvang van deze speeldag.
Na 37 minuten is het 0-5....
 

JMD

Well-known member
Bommel zou alweer weg zijn bij Wolfsburg volgens Rik Elfrink (verslaggever ED)...

Edit: wordt nu bevestigd, is ontslagen... Dat is heel snel.
 

Batigoal

Well-known member
Dat gaat lekker met de nieuwe generatie Nederlandse trainers. Snap Wolfsburg ook niet. Je kunt een slechte serie verwachten als je een jongere trainer aanstelt voor de langere termijn.

Het valt mij altijd op dat ondanks dat Duitse clubs de naam hebben goed te worden geleid hoeveel trainers en TD's ze er doorheen jassen. Volgens mij zijn dat er zelfs meer dan Italië.
 

Jamel

Administrator
Forumleiding
Doei MarkieMark! Hahahaha.

Op dit moment zat ik al te wachten na het wanstaltige interview met VI Pro van afgelopen zomer, waarin hij uitgebreid uit de doeken deed hoe het ontslag bij PSV aan alle anderen lag, om vervolgens toe te lichten dat Mark van Bommel wel een hele bijzonder trainer is, die alle facetten beheerst om de absolute top als trainer te halen. Sterker nog, hij sloot het interview af met: "Ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben wel op de goede weg, hahaha…’".
 

JMD

Well-known member
Sterker nog, hij sloot het interview af met: "Ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben wel op de goede weg, hahaha…’".
En het gekke is (wat iedereen vergeten is) dat hij bij PSV dus wel ijzersterk begon. In de eerste 17 duels van het seizoen alleen onze traditionele nederlaag in de Kuip, verder geen puntverlies. CL was slecht qua resultaten, maar met Barcelona, Spurs en Inter in 1 poule (2 van de latere halvefinalisten) was daar ook minder te verwachten. Bommel ging daarna alleen teveel in zijn eigen goddelijkheid geloven, dat begon na de winterstop toen al toen iedereen zag dat PSV dramatisch speelde in Emmen, daar leek weg te komen met 0-2, maar Emmen in een idiote slotfase 2-2 maakte. De titel leek alsnog richting PSV te gaan, maar door die ongelooflijke nederlaag in Amsterdam (bij 1-1 tegen 10 man moet je dat minimaal over de streep trekken en de 5 punten voorsprong mee terug nemen naar huis) en een hoop gelijke spelen en een ijzersterk Ajax (dat meer dan 10 duels op rij won) werd het toch 2e. Daarna werd het steeds minder...

Ik had dat interview waar jij aan refereert niet gezien, maar meen me een ander interview met hem te herinneren waarin hij juist aangaf geleerd te hebben van de fouten die hij bij PSV had gemaakt...
 

ALenstra

Well-known member
Tja, sinds de verrassende titel van 2009 is VfL Wolfsburg meer dan tien keer van trainer gewisseld. Waarbij Dieter Hecking het langste vol hield met drie jaar en negen maanden.
 

Jamel

Administrator
Forumleiding
@JMD even gekopieerd voor jou. Met name het tweede gedeelte is enerzijds lachwekkend en anderzijds om te kotsen.

Mark van Bommel geniet. Op zijn eerste werkdag in Wolfsburg staat de trainer op het veld tussen zijn spelers. Hij doceert. Dit is wat hij het liefst doet. Druk gesticulerend. Het is zoals we hem kennen. De rest van de staf staat langs de lijn. Dat het regent en het met veertien graden herfstachtig is, deert de Limburger niets. Anderhalf jaar na zijn ontslag bij PSV is Van Bommel weer voetbaltrainer.

Vanuit de mediaruimte in de Volkswagen Arena hebben we goed zicht op het trainingsveld. Op de achtergrond, de twee grote glazen torens waar honderden gloednieuwe VW’s dicht bij elkaar staan. Klaar om met nul kilometer op de teller snel een nieuwe eigenaar te vinden. Het veld is verdeeld in vakken en overal liggen hoedjes en pionnen. ‘Ja, genau, so ja, bleib in der Mitte, schneller, schneller, so jaaa!’ Uiteraard is Van Bommel zeer verbaal aanwezig. In het partijspel staan druk zetten en onder die druk uit voetballen centraal. De spelers worden opgezweept. Ze moeten flink aan de bak. Ze vinden het fantastisch om te werken met de voormalige topvoetballer van PSV, Barcelona, Bayern München en AC Milan. Als Van Bommel het spel stillegt en uitlegt hoe hij het wil hebben, luisteren de spelers aandachtig. Ze volgen de bevelen vervolgens gretig op. De coach vindt het prachtig en dan moet Wout Weghorst, het mentaliteitsmonster zoals ze de spits hier noemen, nog komen.

Dit is wat Van Bommel het mooist vindt, zijn spelers meenemen in zijn denkwijze en zijn voetbalfilosofie op het veld trainbaar maken. Als het lukt, krijgen de supporters van Die Wölfe dit seizoen agressief aanvallend en aantrekkelijk voetbal te zien. Dat maakt een zeer ontspannen en relaxte Van Bommel ons duidelijk als we hem uitgebreid spreken over zijn nieuwe club, zijn periode bij PSV en de lessen die hij heeft geleerd.

U heeft anderhalf jaar geen club getraind, waarom zei u wél ja tegen VfL Wolfsburg?

‘Ik heb best wel een groot risico genomen door een aantal clubs in verschillende landen af te zeggen. Voor hetzelfde geld kwam er niks. Maar bij die clubs ontbrak het goede gevoel. Na PSV wilde ik absoluut de juiste keuze maken en niet zomaar weer een club trainen. Dat ik bij Wolfsburg dat gevoel wél direct had, kwam door mijn gesprekken met technisch directeur Marcel Schäfer en algemeen directeur Jörg Schmadtke. Tegen mijn vrouw zei ik direct: Dit kan iets moois worden. Bij Wolfsburg werken ze met een heel duidelijke visie die mij heel erg aanstaat. Alles is ten eerste zeer goed geregeld. Ik hou daar wel van, ben in dat opzicht ook wel een beetje een Duitser, haha. De organisatie staat, het is zeer professioneel, de scouting is goed. Ze willen jonge spelers beter maken en met een duidelijke manier van voetballen ontwikkeling zien en resultaten halen. Ik ben hier de juiste man op de juiste plaats, denk ik. Daarom heb ik hier ook niet heel lang over hoeven nadenken. Dit is een zeer mooie en grote kans voor me.’

Bent u door Wolfsburg mede gehaald om jonge spelers te ontwikkelen?

‘Ja, dat heb ik bij PSV ook gedaan met jongens die international zijn geworden. Ze doen het hier nu anders dan in het verleden. Ze scouten goed en jonge voetballers worden beter gemaakt. Maxence Lacroix is het beste voorbeeld. Die komt uit de Ligue 2 in Frankrijk (FC Sochaux, red.) en ontwikkelt zich hier heel goed. Niemand kende hem vorig jaar. Nu wil Leipzig heel veel geld voor hem betalen. Maar ik zal hier natuurlijk ook gewoon moeten presteren en dit is absoluut geen makkelijke competitie. Ik kan zo acht clubs noemen die bovenin voor de Champions League-plaatsen meedoen. Maar ik heb lang in de Bundesliga gespeeld. Deze competitie vind ik mooi en past bij mij.’

Werd het na anderhalf jaar ook steeds lastiger nee te zeggen tegen een club?

‘Nou, het is niet dat ik per se moet. Wel raak je wat meer uit de picture, maar ik wilde niet zomaar een club trainen óm het trainen. Als je in zee gaat met een club zonder dat je een goed gevoel hebt, sta je direct onder druk. Die is er nu ook, maar het is wel een totaal andere druk.’

VfL Wolfsburg is vorig seizoen vierde geworden. U stapt niet op het meest ideale moment in.

‘Willem van Hanegem zei onlangs in zijn column: “Ja, ze zijn vierde geworden, moet Mark het dan nu niet doen?” Het maakt namelijk niet uit wanneer je instapt, of de club nu vierde of twaalfde is geworden. Het gaat erom dat het gevoel goed is. PSV was ook kampioen geworden toen ik daar als hoofdtrainer begon. Ook toen had ik een goed gevoel en hebben we het eerste jaar goed voetbal laten zien en goed gepresteerd, al werden we met 83 punten net geen kampioen. Ik wil gewoon iets neerzetten en dat kan hier. Alle voorwaarden zijn er.’

Welke doelen heeft u meegekregen?

‘Wolfsburg wil elk jaar Europees voetbal spelen, het liefst in de Champions League. Daarnaast wil de club zich weer verbeteren. Daar wil ik bij helpen. Maar Wolfsburg is vierde geworden, we zullen door geen één club in de Bundesliga worden onderschat. Ik wil wel dat de supporters uiteindelijk kunnen zeggen: Dit is het voetbal van Mark van Bommel. Dat is agressief, aanvallend en aantrekkelijk volgens heel heldere ideeën. Ik krijg daar ook de tijd voor. Het is niet zo dat ze tegen mij hebben gezegd dat ik vanaf dag één alle wedstrijden moet winnen. Ze zijn in alles in ontwikkeling, geduld hoort daarbij ook in het proces.’

Aan geduld zit bij een Bundesliga-club ook een grens.

‘Ja, natuurlijk. Maar je moet wel een visie hebben als club en dat is de basis waarmee je gaat werken. Uiteraard moeten er resultaten komen, maar er wordt echt verder gekeken dan alleen naar de stand op de ranglijst. Als we tegen degradatie gaan spelen, wordt het uiteindelijk ook hier een ander verhaal. Druk is er daarom altijd in de Bundesliga. Maar het zegt wel veel dat ze, nadat ik ben ontslagen en anderhalf jaar niets heb gedaan, nu toch bij mij zijn uitgekomen. Daar zit visie achter. Hoe ik als speler was, mag niet meetellen, maar ik stond wel altijd voor een bepaalde manier van voetballen. Dat heb ik als trainer ook. En zij hebben ook gezien wat ik bij PSV met jonge spelers heb gedaan.’

Wat heeft u eigenlijk de laatste anderhalf jaar na uw ontslag bij PSV gedaan?

‘Ontslag is natuurlijk nooit prettig en het heeft tijd nodig om alles een plekje te geven. Maar er zijn ook heel mooie dingen gebeurd in die anderhalf jaar en dan ben ik soms ook wel blij dat dit is gebeurd. Als je stopt als speler, val je in een zwart gat. Je weet echt niet wat je moet doen. Je moet ineens alles zelf gaan invullen. Dan zeg je: Ik ga om tien uur hardlopen. Maar dan komt er iemand binnen, voordat je het weet is het twaalf uur en zeg je: Ik doe het morgen wel. De structuur is helemaal weg. Toen het als trainer bij PSV in één keer afgelopen was, voelde dat eerst ook even zo, maar al gauw kon ik dingen gaan doen die ik nog nooit had gedaan.’

Wat bijvoorbeeld?

‘Nou, het was coronatijd. Ik ben gaan wielrennen en bij ons in Limburg kan dat echt fantastisch. Fietste ik naar Gulpen, at ik daar wat, fietste ik weer dertig kilometer en ging ik naar huis. Op sommige bergjes moest ik echt in de laagste versnelling, anders kwam ik niet omhoog. Voor mijn lichaam was het in elk geval heel goed. Ik heb Padel gespeeld met mijn kinderen, echt top, en ik ben begonnen met golfen. Ik ben als speler en trainer altijd alleen maar doorgegaan en nu kon ik doen wat ik wilde. Wel rekening houden met thuis en Ibra (de hond, red.) die uitgelaten moest worden natuurlijk.’

Was het ook een mooie manier om uw hoofd leeg te maken?

‘Ja, dat ging vrij snel. Als je golft, denk je ook nergens anders aan. Er was na mijn ontslag en tot corona heel veel om mij te doen, maar daar heb ik mezelf niet veel van aangetrokken. Vanwege corona waren we ook nog eens allemaal veel thuis. Door het tennis van mijn dochter, het voetbal van de jongens en mijn werk kwam dat nooit voor. We hebben in die eerste periode veel tijd samen doorgebracht. Ik was nu degene die boodschappen deed. Ik weet precies waar alles ligt, wat het kost en wat de bonusartikelen zijn. En als er in de winkel iets veranderde, kwamen ze naar me toe: “Mark, de amandelmelk staat nu daar”.’

U had genoeg afleiding.

‘Ik nam afstand van het voetbal, maar ook weer niet. Ik heb veel wedstrijden gekeken en met veel mensen in de voetballerij gesproken. Ik ben naar Basel gevlogen, waar ik vijf uur met Ottmar Hitzfeld heb zitten praten. Ik heb met Jupp Heynckes, zijn assistent Peter Hermann, Willem van Hanegem, Ronald de Boer, Dick Advocaat, Bert (van Marwijk, red.) natuurlijk en vele anderen gesproken.’

Waarom?

‘Gewoon omdat ik er nu tijd voor had. En om over voetbal praten, over hoe zij dingen hebben gedaan en ervaren. Zaken rondom een club. Hoe het vroeger was en nu is. Destijds was er maar één assistent, een materiaalman en één fysio. Nu is er zó’n grote staf. Hoe organiseer je dit? Hoe ga je met elkaar om? De rol van de media. Maar ook over normale dingen buiten het voetbal. Hoe we hebben samengewerkt, hoe zij mij zagen en hoe ik hen heb ervaren. Was echt leuk en leerzaam.’

Wat was het meest leerzaam?

‘Dat veel dingen die ik heb beleefd, zij ook hebben meegemaakt in hun carrière bij grote clubs. Het was voor hen heel herkenbaar. Je wordt altijd een keer ontslagen, er is altijd wel stress en eigenlijk is er rondom een team en een club altijd wel onrust. Ook als je daar zelf goed zit en wedstrijden wint. Daar moet je je ook niet van door de wijs laten brengen, maar altijd hetzelfde blijven doen. Wat zij mij vertelden, voelde als een bevestiging dat ik met de spelers goed heb gewerkt. Dat je vasthoudt aan je manier van werken en spelen, en die niet verandert als het een beetje lastig wordt.’

Kon u het ontslag makkelijker accepteren na de gesprekken met die trainers?

‘Nou, makkelijker... Het was voor mij de eerste keer dat dit gebeurde. Ik was het er niet mee eens, omdat ik precies weet hoe dingen zijn gegaan, wat er intern is gebeurd en waarom ik bij PSV als trainer ben gestart. We kunnen daar heel lang over discussiëren, maar dat helpt niet.’

Heeft u zich bij PSV wél van de wijs laten brengen?

‘Nee, dat niet, maar het was een nadeel dat ik de club te goed kende.’

Zó goed dat u alles wilde controleren en dingen wilde veranderen?

‘Ik wilde niet veranderen, maar verbeteren. Voor een aantal mensen betekent dat een verandering. Ik wilde PSV gewoon nog beter maken. Ik wist precies hoe de club in elkaar stak. Hier is dat anders. Ga ik er open en blanco in. Alles is nieuw, ik werk met mensen die ik helemaal niet ken. Bij PSV kende ik iedereen en wist ik alles, tot en met de kleur van de tegeltjes in de douche van het eerste elftal.’

Dat was een nadeel?

‘Een voordeel, maar achteraf ook een nadeel. Kijk, op het veld en hoe je omgaat met spelers hoeft niemand mij te vertellen. Uiteindelijk zat daar wel het pijnpunt, omdat de resultaten niet goed waren. Maar als je je twee beste spelers vijf weken kwijt bent, wordt het lastiger. Is bij elke club zo.’

Als speler had u op het veld heel veel invloed op alles en iedereen. Als trainer kan dat niet altijd en moet u ook zaken loslaten. Is dat uw valkuil geweest?

‘Nee, zo heb ik dat niet ervaren. Dat idee is ontstaan doordat een aantal mensen dat heeft geroepen. Ik bepaal echt niet hoe laat de dokter er moet zijn en welke behandeling hij moet doen. Maar ik stel wel vragen. En als je mij met argumenten kan overtuigen waarom je iets doet, hoef ik ook geen vragen meer te stellen. Verder zijn er in het voetbal ook tijdens een wedstrijd zaken waar ik geen invloed op heb. Ik kan de spelers wél zo goed mogelijk voorbereiden op wat gaat gebeuren en dat was bij PSV gewoon goed. Degenen die hebben geklaagd, waren de wisselspelers en die hebben ook bij Ernest Faber niet gespeeld.’

Zou u die vragen nog steeds stellen, of richt u zich nu volledig op de spelers, de trainingen en de speelwijze?

‘Daar heb ik wel de meeste invloed op. Maar als een dokter tegen mij zegt dat een speler er twee weken uit is, dan wil ik nog steeds weten waarom en wat het behandelplan is.’

Wat heeft u het meest geleerd?

‘Lastig te zeggen. Dingen ontstaan soms gewoon en dan moet je reageren. Ik kan nu niet zeggen: Als dit gebeurt, dan doe ik dit nu zo. Natuurlijk word je wijzer van een ontslag en neem je dingen mee. Ik was als voetballer op mijn top ook heel anders dan toen ik achttien jaar was. Voor een trainer geldt hetzelfde. Wat níét verandert, is hoe ik werk met de spelers.’

Verwijt u uzelf iets in de onrust die na het ontslag ontstond?

‘Nee. Je hebt mij nergens gehoord. Ik heb een ander telefoonnummer genomen en heb nergens gereageerd. Wat er is ontstaan, kwam niet door mij. Er is heel veel gezegd en geschreven. Waarbij vooral veel dingen werden aangenomen en heel veel werd gegist. Daar heb je mij niet over gehoord, ik moet ermee omgaan. Wat mensen voor oordeel of mening hebben, kan ik niet veranderen. Hoe oneerlijk het soms ook is, ik heb het te accepteren. Het hoort bij de voetballerij. In die wereld ben ik nu eenmaal een naam waarover altijd zal worden gesproken. Of het nu goed of slecht is.’

Dat is het lot van Mark van Bommel?

‘Ja, en dat verandert nooit. Het is bij mij altijd zwart of wit, grijs zit er niet tussen. Dat heb ik als speler ervaren en nu ook weer als trainer. Let maar op, straks bij de eerste wedstrijd. Dan is het niet de vraag wat Wolfsburg heeft gedaan, maar of Mark van Bommel heeft gewonnen of verloren. Je hebt ook mensen in het voetbal over wie je nooit iets hoort. Hoelang ben ik nu weg bij PSV? Ruim anderhalf jaar. Maar het gaat nog best vaak over mij. Wat kan ik daaraan doen? Niets. We moeten er ook niet dramatisch over doen, maar het is een feit.’

Voelt u bij Wolfsburg extra druk, omdat u na u ontslag bij PSV nu moet presteren als trainer?

‘Nee, die voel ik niet. Het is ook niet zo dat als het hier niet lukt, het dan afgelopen is voor mij. Als ik daar last van zou hebben, zou ik er niet eens aan moeten beginnen. Maar bewijsdrift heb ik altijd gehad. Ik wil het altijd beter doen, altijd het beste en het hoogste. Dat had ik als speler en dat is nu ik trainer ben niet veranderd. En eerlijk gezegd is het ook zo dat spelers en trainers altijd in een omgeving willen werken waar er druk is. Dat haalt het beste in je naar boven en dat maakt het mooi.’

Heeft u dat in die anderhalf jaar zonder voetbal het meest gemist?

‘Ja, en het is exact de reden waarom veel spelers na hun carrière het trainersvak ingaan. Die druk is doping voor mij. Dat je constant moet presteren. Ik wilde op mijn zestiende het eerste van Fortuna halen, ik wilde naar een topclub, kampioen worden, naar het buitenland, de Champions League winnen, wereldkampioen worden. Steeds nieuwe doelen halen, dat wil ik als trainer ook. Het is het mooiste van het voetbal en altijd is er die druk. Dat je weet dat er voortdurend een camera op je neus staat, dat je toch die bal wil hebben, die goal wil maken, de wedstrijd wil winnen, je spelers beter maakt en het team laat voetballen zoals jij wil. En dat iedere dag. Dat is zo mooi en dat heb ik zeker gemist. Het is een mooi contrast met hoe ik de laatste anderhalf jaar heb geleefd. Het zijn twee extremen en allebei mooi. Maar nu wil ik het voetbal weer beleven. De beste trainer worden, dat is mijn streven. Anders had ik net zo goed Meerssen kunnen trainen.’

Is het een valkuil dat u zo overtuigd bent van uw eigen trainerskwaliteiten?

‘Nee, ik ben niet overtuigd, ik heb bij PSV de bevestiging gekregen. Ik heb een idee over hoe ik wil voetballen en hoe ik met spelers omga. Ik heb zelf heel veel trainers gehad. Sommige dingen neem ik mee, andere dingen niet en ik voeg er mijn eigen ideeën aan toe. Ik maak heel veel eigen oefeningen om bepaalde dingen die ik op het veld wil zien trainbaar te maken. Die zie je nergens anders en sommigen worden nu nog in de jeugd van PSV gebruikt. Ik ben wel overtuigd van mijn manier van voetballen. En als het goed wordt uitgevoerd, weet ik dat je die niet veel ziet. Bij PSV hadden we dat het eerste seizoen heel snel onder de knie.’

Maar het trainerschap behelst meer dan tactiek en speelwijze. U moet als manager ook lenig zijn. Een vleugje Guus Hiddink kan daarbij geen kwaad.

‘Dit is een leuke discussie. Het trainerschap omvat heel veel. Maar op het veld, oefeningen verzinnen, spelers overtuigen, je speelwijze implementeren, omgaan met spelers, de kleedkamer in de greep houden en weten hoe de spelers zich voelen op bepaalde momenten... Dat kun je niet leren, dat heb je of dat heb je niet. Daarin ben ik van mezelf overtuigd. Als dat niet goed is, is de kans heel klein dat je succesvol wordt. Al het andere, hoe je met je staf omgaat en met de mensen die bij een club werken dat kun je leren.’

Moet u dat leren?

‘Ik zeg niet dat het slecht was, wel dat ik mensen bij me had moeten hebben die me een hoop dingen uit handen hadden kunnen nemen. Niet dat het daarop verkeerd is gegaan, ik had met niemand echt ruzie, maar het is wel zo dat als ik vragen heb, ik ook antwoorden en argumenten wil. Daarom werk ik ook graag in Duitsland. Omdat ik weet dat alles top is geregeld en ik nergens op hoef te letten. Dat is mijn zwakke punt, dat is de realiteit. Dat wist ik bij PSV ook van tevoren, maar die persoon die ik daarvoor bij me wilde hebben, kreeg ik niet. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Dat stukje Hiddink of Beenhakker waar jij het over hebt, daar heb ik nog mensen voor nodig. Maar gaandeweg ga ik dat leren, omdat het te leren ís. En de bevestiging daarvan heb ik gekregen in de gesprekken die ik heb gevoerd.’

Wordt u die toptrainer als u dat gaat beheersen?

‘Dat is wel de bedoeling. Ik denk dat ik zelf de voorwaarden kan scheppen om het te worden, al blijf je ook afhankelijk van de kwaliteiten van je spelers, momenten in een wedstrijd en van bepaalde details.’
'Ik denk dat ik zelf de voorwaarden kan scheppen om een toptrainer te worden'

Gaat u nog spelers halen van PSV?

‘Dat weet je nooit, alles moet passen. Je doelt natuurlijk op Mo Ihattaren. Voor hem heb ik een zwak. Mo is top. Als vijftienjarige heb ik hem bij de Onder-19 gehaald en later bij het eerste. Mo is een topspeler die heel veel geld kan gaan opleveren. Maar dat ik bij Mino Raiola zit en hij ook, maakt één en één nog geen twee. We zullen zien.’

Keert u ooit terug als trainer van PSV?

‘Waarom niet? Het kan alleen wel een tijd duren. In het voetbal kan alles en moet je nooit iets uitsluiten.’

Wilt u het interview nog lezen van tevoren?

‘Nee, dat hoeft niet eens. Ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben wel op de goede weg, hahaha…’
 
  • Leuk
Waarderingen: JMD

Jamel

Administrator
Forumleiding
Korter graag.
Mark van Bommel is volgens Mark van Bommel de beste. Bij PSV zijn ze dom dat ze zo'n toptrainer hebben laten gaan. Als iedereen naar Mark van Bommel luistert, gaan ze voetbal spelen wat nog nooit eerder vertoond is. En gesprekken met andere toptrainers hebben Mark van Bommel daar alleen maar in bevestigd.
 

gevegt

Well-known member
Mark van Bommel is volgens Mark van Bommel de beste. Bij PSV zijn ze dom dat ze zo'n toptrainer hebben laten gaan. Als iedereen naar Mark van Bommel luistert, gaan ze voetbal spelen wat nog nooit eerder vertoond is. En gesprekken met andere toptrainers hebben Mark van Bommel daar alleen maar in bevestigd.
Korter!
 

Max

Administrator
Forumleiding
Mark van Bommel is volgens Mark van Bommel de beste. Bij PSV zijn ze dom dat ze zo'n toptrainer hebben laten gaan. Als iedereen naar Mark van Bommel luistert, gaan ze voetbal spelen wat nog nooit eerder vertoond is. En gesprekken met andere toptrainers hebben Mark van Bommel daar alleen maar in bevestigd.

Samengevat: Bij PSV zijn ze dom.
 
Bovenaan